4H: Thijs in box 3

1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Thijs in box 3 blz. 147
Alle PP staan in de gedeelde map, deze map vind je via Classroom.
SE2 (donderdag 28 januari) bestaat uit de volgende onderwerpen: Verzekeren, Lenen en Belasting. Zie studiewijzer!

Voor deze les heb je je telefoon, werkboek, schrift, pen en rekenmachine nodig.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

In Nederland hebben wij een ........ belastingstelsel
A
degressief
B
proportioneel
C
progressief
D
rechtevenredig

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Progressief belastingstelsel (box 1) houdt in ....
A
naar mate het inkomen stijgt, gaat men meer belasting betalen
B
naar mate het inkomen stijgt, gaat men relatief meer belasting betalen

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

We berekenen de heffing in box 3 over het ...... vermogen
A
belastbaar
B
bruto
C
netto
D
primair

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hoe rekenen we het belastbaar vermogen (box 3) uit?
A
Vermogen – schulden – heffingsvrij vermogen
B
spaargeld - schulden
C
bruto inkomen - schulden - heffingsvrijbedrag

Slide 6 - Quiz

heffingsvrij vermogen en heffingsvrij bedrag zijn hetzelfde, deze begrippen worden dor elkaar gebruikt.
In Nederland mogen we alle schulden van het vermogen aftrekken om het belastbaar vermogen uit te rekenen.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

1. Op 1 januari 2019 heeft Thijs in totaal € 150.000 spaargeld. Hij heeft geen schulden. Het heffingsvrije vermogen in box 3 bedraagt € 30.360,-. Bereken het belastbare vermogen voor Thijs in 2019.
A
€ 150.000
B
€ 150.000 - 3.100 = €146.900
C
€ 150.000 - € 30.360 = €119.640

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Stappenplan belasting in box 3
Stap 1: bepaal het belastbaar vermogen
Stap 2: Bereken het rendement van het vermogen, dus hoeveel geld levert het vermogen op. Dit noemen we fictief inkomen
We gebruiken drie schijven om het fictieve inkomen (rendement) te berekenen. (Zelfde manier als bij box 1.)
Stap 3: Over het berekende fictieve inkomen (rendement) wordt 30% belasting betaald. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan belasting in box 3
Stap 2 fictief inkomen berekenen 
Hiervoor hebben we een fictief percentage nodig. Volgens de overheid/fiscus levert sparen minder rendement op dan beleggen. Hoe hoger het vermogen, hoe groter deel van het vermogen wordt belegd.  Zie tabel op blz. 147 in je werkboek 
Sparen levert 0,13% op
Beleggen levert 5,60% op

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan belasting in box 3
Zie tabel op blz. 147 in je werkboek 
Tot en met een vermogen van €71.650 zal men 67% sparen en 33% gaan beleggen. 
Vanaf een vermogen van €71.651 gaat men gemiddeld 21% daarvan sparen en 79% daarvan beleggen.
Vanaf een vermogen van €989.736 gaat men alleen nog maar beleggen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan belasting in box 3
Berekening fictief percentage schijf 1:
Schijf 1 = tot en met € 71.650:
67% sparen levert 0,13% op dus 67% van 0,13% =  0,67 x 0,13 = 0,0871%
33% beleggen levert 5,6% dus 33% van 5,6% =  0,33 x 5,60 = 
1,848%
0,0871% + 01,871% = 1,935%  afronden op 3 decimalen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vraag 2, deel 1
Bereken fictief percentage voor schijf 2. Zie bron blz. 147
Geef antwoord in 3 decimalen en % teken, gebruik een komma!

Slide 13 - Open question

Deze berekening gaat hetzelfde als het voorbeeld bij slide 12
Stappenplan belasting in box 3
Berekening fictief percentage schijf 2:
Schijf 2 = vanaf € 71.650 t/m € 989.736:
21% sparen levert 0,13% op dus 21% van 0,13% =  0,21 x 0,13 = 0,0273%
79% beleggen levert 5,6% dus 79% van 5,6% =   0,79 x 5,60 = 
4,424%
0,0273% + 4,424% = 4,451% afronden op drie decimalen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan belasting in box 3
Vervolg stap 2:
Berekening fictief inkomen (rendement) met behulp van de schijven en de fictieve percentages die we net hebben uitgerekend.
Schijf 1 t/m € 71.650 = 1,935%
Schijf 2 €71.650 t/m €989.736 =  4,451% 
Schijf 3 hebben we bij dit belastbaar vermogen niet nodig.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vraag 2, deel 2. Noteer alleen het getal, geen punt wel komma
Bereken fictief inkomen (rendement) voor Thijs. Belastbaar vermogen €119.640 (denk aan manier box 1, zie schijven bron blz. 147) Fictief% schijf 1 = 1,935%; fictief% schijf 2 = 4,451%

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Stappenplan belasting in box 3
Vervolg stap 2: Berekening fictief inkomen (rendement) 
Schijf 1: 1,935% van 71.650
0,01935 x 71.650 = 1.386,43
Schijf 2: 4,451% van (119.640 – 71.650)
0,04451 x 47.990 = 2.136,03
€1.386,43 + € 2.136,03 = € 3.522,46 = fictief inkomen
Over dit bedrag betalen we belasting in box 3

Slide 17 - Slide

Laat leerlingen het fictieve inkomen noteren. Dit hebben ze straks nodig.
Hoeveel procent bedraagt het belastingtarief in box 3?
A
27,5%
B
30%
C
4,451%

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

3. Bereken de belasting op inkomen uit sparen en beleggen in box 3 voor Thijs in 2019 (afgerond in het voordeel van Thijs).
Denk aan de voorafgaande berekening! Fictief inkomen (rendement) € 3.522,46
A
30%
B
€ 3.522,46
C
€ 1.056

Slide 19 - Quiz

Hier hebben de leerlingen het fictief inkomen van € 3.522,46 nodig.
Stappenplan berekening box 3
De laatste stap, stap 3, is het berekenen van de belasting op inkomen uit beleggen en sparen.
inkomen uit beleggen en sparen = fictief inkomen (rendement) = € 3.522,46
belasting tarief = 30%
0,3 x € 3.522,46 = € 1.056 voordeling afgerond.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Volgende les: 
Alle onderwerpen voor het SE2 zijn behandeld. 
Verzekeren
Lenen
Belasting
Vanaf nu gaan we herhalen en oefenen: opg.  Fiscus en woning
Er staat een d-toets op de site. 
Succes! 




Slide 21 - Slide

This item has no instructions