Ambiguïteit, vwo 3

Ambiguïteit
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ambiguïteit

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is ambiguïteit?
Als je een zin op meer manieren kan opvatten, dan noemen we die zin ambigu (=dubbelzinnig).
Het kan ontstaan door:
  • homoniemen (woorden met dubbele betekenissen)
  • dubbelzinnige woordgroepen
  • meerdere ontledingsmogelijkheden
  • onduidelijke verwijzingen

Slide 3 - Slide

Voorbeeld 1: dubbelzinnige woordbetekenissen
Scapino, je loopt gewoon binnen

'Binnenlopen' kan betekenen 'betreden' 
of 'financieel succes boeken'.

Slide 4 - Slide

Voorbeeld 2: dubbelzinnige woordgroepen
In de gang hangt een foto van Janet

Dit kan betekenen: 
1) de foto die Janet heeft gemaakt; 
2) de foto waarop Janet is afgebeeld; 
3) de foto waarvan Janet de eigenaar is.

Slide 5 - Slide

Voorbeeld 3: meerdere ontledingsmogelijkheden
Pepijn geeft Alysa een cadeau. 

Deze zin kan je op twee manieren ontleden met aan:
1) Pepijn (ow) geeft aan Alysa (mv) een cadeau.
                          Pepijn geeft aan Alysa een cadeau. 
2) Alysa (ow) geeft aan Pepijn (lv) een cadeau. 
                          Aan Pepijn geeft Alaysa een cadeau. 

Slide 6 - Slide

Voorbeeld 4: onduidelijke verwijzing
Dylan vroeg Igor en zijn vriendin mee naar het zwembad. 

Het woord 'zijn' verwijst onduidelijk: om wiens vriendin gaat het? 

Om de vriendin van Dylan of die van Igor? 

Slide 7 - Slide

Wat is ambiguïteit?
A
Zinnen die maar 1 betekenis hebben.
B
Zinnen die je op meerdere manieren uit kan leggen.
C
Iemand met 2 persoonlijkheden.
D
Iemand met heel veel persoonlijkheden.

Slide 8 - Quiz

Wat is de oorzaak van ambiguïteit?
A
De zin bevat een homoniem.
B
De zin bevat een woordgroep die meerdere betekenissen heeft.
C
Je kunt de zin op twee manieren ontleden.
D
De zin bevat een synoniem.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Is hier sprake van ambiguïteit?

'Ook je enkel laten afzetten bij Schiphol gaat straks geld kosten.'
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Is het verstandig om ambiguïteit te gebruiken in een zakelijke brief en waarom wel/niet?

Slide 12 - Open question

Zit in de volgende zin een onduidelijke verwijzing?

De boerin melkt de koe Gerda en haar dochter.
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Zit in de volgende zin een onduidelijke verwijzing?

De krokodil at de voorbijganger en zijn kind op.
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Mijn zus is gelukkig getrouwd.

Noem twee verschillende betekenissen van deze zin.

Slide 15 - Open question

Aan de slag
Maak uit je lesboek:
Grammatica zinsdelen H6, opdracht 1, 3 en 4 (blz. 188-189).

Klaar? Lees verder in je eigen leesboek en/of bereid je pecha kucha voor.

Slide 16 - Slide