Ambiguïteit

Ambiguïteit
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ambiguïteit

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is Ambiguïteit?
Ambiguïteit betekent dat een zin op meerdere manieren geïnterpreteerd kan worden. 

Het kan ontstaan door homoniemen (woorden met dubbele betekenissen), dubbelzinnige woordgroepen, meerdere ontledingsmogelijkheden en/of onduidelijke verwijzingen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld 1: Dubbelzinnige Woordbetekenissen
Scapino, je loopt gewoon binnen

'Binnenlopen' kan betekenen 'betreden' 
of 'financieel succes boeken'.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld 2: Dubbelzinnige Woordgroepen
In de gang hangt een foto van Janet

Dit kan betekenen: 
1) de foto die Janet heeft gemaakt; 
2) de foto waarop Janet is afgebeeld; 
3) de foto waarvan Janet de eigenaar is.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld 3: Meerdere Ontledingsmogelijkheden
Pepijn geeft Alysa een cadeau. 

Deze zin kan je op twee manieren ontleden met aan:
1) Pepijn (ow) geeft aan Alysa (mv) een cadeau.
                          Pepijn geeft aan Alysa een cadeau. 
2) Alysa (ow) geeft aan Pepijn (lv) een cadeau. 
                          Aan Pepijn geeft Alaysa een cadeau. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld 4: Onduidelijke Verwijzing
Dylan vroeg Igor en zijn vriendin mee naar het zwembad. 

Het woord 'zijn' verwijst onduidelijk: om wiens vriendin gaat het? 

Om de vriendin van Dylan of die van Igor? 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is ambiguïteit?
A
Zinnen die maar 1 betekenis hebben.
B
Zinnen die je op meerdere manieren uit kan leggen.
C
Iemand met 2 persoonlijkheden.
D
Iemand met heel veel persoonlijkheden.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Is er sprake van ambiguïteit?
Ook je enkel laten afzetten bij Schiphol gaat straks geld kosten.
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Is de volgende zin een onduidelijke verwijzing?
De boerin melkt de koe Gerda en haar dochter.
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Is de volgende zin een onduidelijke verwijzing?
De krokodil at de voorbijganger en zijn kind op.
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

'Kees sloeg de docent met een pan op haar hoofd'
Hoe ontleed je deze zin?
A: De docent met de pan sloeg Kees op haar hoofd.
B: Met een pan sloeg Kees de docent op haar hoofd.
A
alleen met antwoord A
B
alleen met antwoord B
C
met antwoord A en B
D
met allebei niet

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Mijn zus is gelukkig getrouwd.

Noem twee verschillende betekenissen van deze zin.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Waar zit de ambiguïteit?
De van moord beschuldigde verdachte luisterde geboeid naar de rechter.

Slide 14 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Verwijder ambiguïteit. Maak twee zinnen
met verschillende betekenissen:
"Gideon laat de docent weten dat zijn handschrift onleesbaar is."

Slide 15 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Wat voor ambiguïteit zit in deze zin?
"Mariëlle vertelde Roxy dat Bas al een poosje smoorverliefd op haar was."
A
Homoniem
B
woordgroep met meerdere betekenissen
C
Meerdere ontleding
D
Onduidelijke verwijzing

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

ambiguïteit (dubbelzinnigheid)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Maak opdracht 1, 2 en 3 (blz. 194)
Hoofdstuk 6, grammatica

Slide 18 - Slide

This item has no instructions