What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Nederlands - blok 2
Nederlands
Blok 2
Oefenen voor het proefwerk
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
Blok 2
Oefenen voor het proefwerk
Slide 1 - Slide
Tegenwoordige tijd of verleden tijd
Murat dronk uit de kraan
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
Slide 2 - Quiz
Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
De sleutel hangen aan het haakje.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
Slide 3 - Quiz
Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
Kom jij hier op school?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
Slide 4 - Quiz
Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
De toets was lastig.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
Slide 5 - Quiz
Zet de volgende zin in een andere tijd:
De kinderen zwommen in de vijver.
Slide 6 - Open question
Noteer de persoonsvorm.
De kinderen zwemmen in de vijver.
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Open question
Noteer uit het volgende stukje de werkwoorden die worden gebruikt als persoonsvorm.
Slide 9 - Slide
De maan draait rond de aarde. Dat komt door de zwaartekracht. De aarde trekt alles naar zich toe. Daarom valt een steen naar beneden.
Slide 10 - Open question
Noteer de woorden met een korte klank.
Elisa, wil je morgen ook naar zee met de klas?
Slide 11 - Open question
Noteer het meervoud van (de woorden).
De (brandweerman) redden de (kat) uit de boom.
Slide 12 - Open question
Noteer het meervoud van (de woorden).
Ruim jij na de training de (bal) en de (net) op?
Slide 13 - Open question
Noteer het meervoud van (de woorden).
Ik ben dol op (sperzieboon) en (tomaat).
Slide 14 - Open question
Spel (het woord) op de juiste manier.
Jenthe (gebruiken) altijd dezelfde parfum.
Slide 15 - Open question
Spel (het woord) op de juiste manier.
De vader van Tussen (krijgen) een auto van de zaak.
Slide 16 - Open question
Bedenk een zin met
het werkwoord sjouwen.
Gebruik de ik-vorm
Slide 17 - Mind map
Bedenk een zin met
het werkwoord geven.
Gebruik de hij/zij-vorm
Slide 18 - Mind map
Woordenboek: spieken - spoken
Het woord spits vind je ... deze pagina.
A
voor
B
op
C
na
Slide 19 - Quiz
woordenboek: spieken - spoken
Het woord sprankelen vind je ... deze pagina.
A
voor
B
op
C
na
Slide 20 - Quiz
Een wiel is een deel van een...
A
week
B
huis
C
stuur
D
auto
Slide 21 - Quiz
Een trede is een deel van een ...
A
trap
B
knie
C
been
D
huis
Slide 22 - Quiz
Wat is GEEN tekstdoel?
A
informeren
B
centreren
C
overhalen
D
amuseren
Slide 23 - Quiz
formeel of informeel?
Zeg, kun je me het zout even aangeven?
A
formeel
B
informeel
Slide 24 - Quiz
Formeel of informeel?
Excuseer, weet u misschien hoe ik op de markt kom?
A
formeel
B
informeel
Slide 25 - Quiz
Bijspijkeren
- Lezen
- kijken en luisteren
Slide 26 - Slide
More lessons like this
Produceren
January 2019
- Lesson with
32 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Herhaling taalverzorging 1 + 2 MH1 (1)
November 2024
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Verschillende werkwoordsvormen basis 3
October 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Verschillende werkwoordsvormen basis 3
May 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
3A dinsdag 23 nov herhaling voor de toets
November 2021
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Formeel en informeel taalgebruik
March 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Voorbereiding schrijfexamen 2F
September 2024
- Lesson with
37 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1