Spelling 1F Hoofdletters

Spelling 1F 
globale uitleg
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Spelling 1F 
globale uitleg

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Mededeling
Controlevraag
Uitleg
Instructie zelfstandig werken
Terugblik vandaag

Slide 2 - Slide

Leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les weet de student de juiste woorden met een hoofdletter te schrijven
Aan het einde van de les kent de student de correcte schrijfwijze van de verkleinwoorden
Aan het einde van de les kent de student de correcte schrijfwijze van de meervoudsvormen
Aan het einde van de les kent de student de correcte schrijfwijze van de bijvoeglijke naamwoorden

Slide 3 - Slide

Alle opdrachten moeten worden gemaakt voor 29 juni!!

Slide 4 - Slide

Instructiefilmpje en script
 - volgende week maandag 14 juni! (Geen herkansing) 

Slide 5 - Slide

Hoe gingen de opdrachten?

Slide 6 - Slide

Waarom zijn hoofdletters belangrijk?

Slide 7 - Slide

kerstmis - sanne - kirstin uit rotterdam - leidseplein -zijne majesteit


Slide 8 - Slide

Wanneer schrijf je een woord met een hoofdletter?

Slide 9 - Slide

Schrijfwijze meervoudsvormen

Slide 10 - Slide

Schrijfwijze meervoudsvormen
Zelfstandige naamwoorden kunnen in het meervoud verschillende vormen hebben, maar meestal eindigen ze op:
- en (boek - boeken; olifant – olifanten)
- s (computer - computers; tafel – tafels)

Slide 11 - Slide

Schrijfwijze meervoudsvormen
‘s of de s vast?
Wanneer het tot spraakverwarring leidt, schrijven we in het meervoud de ‘s’ niet vast aan het woord wanneer dat tot spraakverwarring leidt:

Slide 12 - Slide

Schrijfwijze meervoudsvormen
omas/oma's
radios/radio's

Slide 13 - Slide

Verkleinwoorden
de struik
de kopie
het verhaal
de deur

Slide 14 - Slide

Verkleinwoorden
-tje, -etje, -pje, -kje en -je

Slide 15 - Slide

Zijn er vragen over de stof?

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
Starttaal online > 1F > Spelling > Opdrachten

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Hoe gingen de opdrachten?
Waar ben je goed in?

Slide 19 - Slide