H1.1 (afmaken) en 1.2 RPL

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

H1.1 opdrachten en start 1.2

• Herhaling 1.1 (pak je schrift!)
• 10 minuten in stilte werken: opdrachten 1.1
• Uitleg 1.2
• Start opdrachten 1.2

Let op: huiswerk staat op de maandagen gepland! 

Leerdoelencheck 1.1 (schrijf op!)

1. Wat is het verschil tussen levensloop en levenscyclus?

2. Noem 1 voorbeeld van ieder organisatieniveau bij de mens:

Molecuul --> organel --> cel --> weefsel --> orgaan --> orgaanstelsel --> organisme --> populatie --> levensgemeenschap --> ecosysteem

Aan de slag

Maak: opdrachten 2 t/m 9 van 1.1

Klaar? Kies:

- Maak de oriëntatie op blz. 8 en 9.

- Maak de context op blz. 15.

1.2 Leerdoelen

• Je kunt orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen van een mens herkennen en hun kenmerken en functies beschrijven.
• Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen.
• Je kunt bij (delen van) organismen het verband aangeven tussen vorm en functie.

Ken je de organen nog?

Middenrif scheidt de romp in de borstholte en de buikholte.

Weefsel = groep cellen met gelijke vorm en functie.

Dekweefsel beschermt inwendige en uitwendige lichaamsoppervlakken (bijv. longen en darmkanaal: slijmvlies). 

Vorm hangt samen met de eigenschappen!

Tussencelstof = ligt tussen cellen. Kan werken als versteviging (bijv. celwand bij een plantencel).

Bij been- en kraakbeenweefsel:

- collageenvezels (lijm, voor samenhang)

- kalkzouten (stevigheid)

Wat zit er meer in been en wat zit er meer in kraakbeen? (proefje brugklas)

Vorm hangt samen met functie

Dijbeen bestaat uit balkjes --> zo licht en stevig mogelijk.

Voeten --> dragen lichaam en vangen schokken op.

Aan de slag (eerst 10 min. in stilte)

Maken van 1.2: opdracht 13 t/m 20 (af op maandag 9 september).

(we werken hier morgen ook aan!)

Klaar? Kies:

- Maak de context op blz. 22.

- Maak een samenvatting/aantekeningen (schrijvend).