Betogende tekst: opdracht
Lees de tekst Multitasken, p. 105, schrijf de antwoorden op. 7 minuten
1. Heeft deze tekst een tweedeling of een driedeling? Verklaar je antwoord.
2. Wat vindt de schrijver van multitasken in het onderwijs?
3. Hoeveel argumenten gebruikt de schrijver?
4. Bij welke argumenten gebruikt de schrijver feiten?
5. Welke signaalwoorden voor betogende teksten herken je in deze tekst?
6. Wat vind je van zijn argumenten? Heeft hij jou overtuigd? Waarom wel/niet?