Over taal - blok 2 - les 2 - 2.11 zoekwoorden, voor- en achtervoegsel

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands!

Startopdracht: 

Begin met 10 minuten lezen in je leesboek/fictieverslag.

(Werkblad maken samenvatting)

1. Terugblik vorige les, huiswerk bespreken;
2. Wat gaan je deze les leren (lesdoel); zoekwoorden, voor- en achtervoegsels
3. Uitleg theorie, instructie opdrachten;
4. Zelfstandig werken aan opdrachten;
5. Lesafsluiting: evaluatie les, huiswerk, volgende les.

Lesprogramma

- Opdracht 34, 35, 36, 37

- Inleveren tekeningen van opdracht 37.2 (portfoliomapje)

Link naar antwoorden

1. Terugblik - huiswerk bespreken

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.

Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Maken Zelftoetsen

Blok 2

• Zelftoets Grammatica
• Zelftoets Spelling

Klaar? Lezen in leesboek/fictieverslag

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.

Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Verder met Over Taal - blok 2

Wat zijn zoekwoorden?

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.

Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Kunnen

Je kunt uitleggen wat zoekwoorden zijn.

Je kent de betekenis van belangrijke voor- en achtervoegsels.

Je kunt  zoekwoorden in een woordenboek gebruiken.

Je kunt woorden herkennen die bij elkaar horen (deel - geheel).

Weten

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Zoekwoorden

Boven aan de bladzijden in een woordenboek staan twee of vier opvallende woorden. Dat zijn zoekwoorden. 

Het eerste zoekwoord is het eerste woord dat op die bladzijde staat. Het tweede zoekwoord is het laatste woord op die bladzijde. 

Zo zie je sneller of je een woord op die bladzijde kunt vinden.

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

Waar kun je het woord 'pop' vinden?

A. Op deze bladzijden

B. voor deze bladzijden

C. na deze bladzijden

Even oefenen

Opdracht 38.1 (blz. 87) 

Voor- en achtervoegsels

Sommige moeilijke woorden hebben een voorvoegsel of een achtervoegsel. Dat voor- of achtervoegsel kun je gebruiken om de betekenis te bedenken.

voorvoegsels

on-      = niet....;

wan-   = slechte(e)...;

her-     = opnieuw;

neo-    = nieuw

mono- = alleen/één....;

anti-    = tegen....

achtervoegsels

-achtig      = een beetje als ....;

-baar         = je kunt het ...;

-loos          = zonder ....;

-rijk            = met veel ....

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

Zelfstandig werken

Lees	Lees de opdrachten zorgvuldig voordat je begint.
Maak	Opdracht 38, 39 (zoekwoorden) blz. 87-88 Opdracht 41, 42 (deel - geheel) (voor- en achtervoegsels)
Hoe	1. Alleen en in stilte 2. schoudermaatje
Tijd	1. 10 min. 2. 10 minuten
Klaar	Maak de zelftoets Over taal - blok 2 (online)
Resultaat	Antwoorden klassikaal bespreken.

Blok 2

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Leerdoel gehaald?

Maak de zelftoets Over Taal - blok 2

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.

Evaluatie 

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.

l

Huiswerk

Huiswerk - Over taal blok 2

• Opdracht 38, 39, 41, 42 moeten af zijn. 
• Maken zelftoets Over taal blok 2

Volgende les - SKL blok 2

• kijk- en luisterdoelen
• samenvatting

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.