WOORDSOORTEN_Blok 3- 2
BIJVOEGLIJK
NAAMWOORD
NAAMWOORD
1 / 14
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
BIJVOEGLIJK
NAAMWOORD
NAAMWOORD
Slide 1 - Mind map
2. Ik verslind de zalige champignons met knoflook in het restaurant.
Slide 2 - Open question
BEZITTELIJK
voornaamwoord
voornaamwoord
Slide 3 - Mind map
1. Snijdt je zus de uien?
2. Ik verslind de zalige champignons met knoflook in het restaurant.
3. Ik heb ontbeten met een croissantje met jam.
2. Ik verslind de zalige champignons met knoflook in het restaurant.
3. Ik heb ontbeten met een croissantje met jam.
Slide 4 - Open question
WERKWOORDELIJK
GEZEGDE
GEZEGDE
Slide 5 - Mind map
3. Ik heb ontbeten met een croissantje met jam.
Slide 6 - Open question
LIJDEND VOORWERP
Slide 7 - Mind map
1. Snijdt je zus de uien?
Slide 8 - Open question
VOORZETSEL
Slide 9 - Mind map
2. Ik verslind de zalige champignons met knoflook in het restaurant.
Slide 10 - Open question
PERSOONLIJK
VOORNAAMWOORD
VOORNAAMWOORD
Slide 11 - Mind map
2. Ik verslind de zalige champignons met knoflook in het restaurant.
Slide 12 - Open question
BEPALING VAN PLAATS
Slide 13 - Mind map
2. Ik verslind de zalige champignons met knoflook in het restaurant.
