This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Fysieke weerbaarheid
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Weerbaarheid les 4
1 Introductie LWP
2 Mentale weerbaarheid
3 Mentale weerbaarheid
4 Fysieke weerbaarheid
5 Fysieke weerbaarheid
6 Digitale weerbaarheid
7 Digitale weerbaarheid
8 Afronden LWP Lwp evalueren
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Oefening
Slide 3 - Slide
Eerst in duo, 1 op 1 naar elkaar toelopen en zeg stop wanneer je aanvoelt dat dit te dichtbij komt.
Dan één op twee wat doet dit met jou? Bewust worden voor BOZ/Stage (je loopt samen met een begeleider naar een patiënt) 5 op één Hoe voelt het aan? en waarom voel je dit? Welke ruimte heb je nu nodig? bv. op straat.
Wat voel je? kortom vertrouw op je onderbuikgevoel/intuïtie
Dit komt door de Adrenaline: Het snel vrijkomen van grote hoeveelheden adrenaline maakt deel uit van het overlevingsmechanisme van het organisme. Het maakt het mogelijk om te vechten of te vluchten (de vecht-of-vluchtreactie) … of bevriezen
Lesdoelen
- Hoe assertief ben jij?
- Je kan een paar losmaakgrepen toepassen
- Je weet het verschil tussen losmaakgrepen bij een patiënt en als je iemand op straat tegen komt?
Zie eerste vraag uit het logboek week 4, dit kunnen de studenten invullen.
Subassertief: Als je je subassertief gedraagt, dan heb je moeite met vertellen wat je denkt, voelt, wenst enzovoorts. Dit betekent dat de mensen om je heen vaak niet zo goed weten wat er in je hoofd omgaat.
Subassertief gedrag komt meestal door angst. Je kunt bijvoorbeeld bang zijn om…
afgekeurd te worden door anderen
een ander te kwetsen
een mogelijk conflict te verliezen
Assertief:
Als je assertief bent betekent het dat je in staat bent om goed voor jezelf op te komen. Je durft bijvoorbeeld een ander te vragen wat je nodig hebt, je luistert naar jezelf om te weten wat je nodig hebt, en je gedraagt je daarnaar; je neemt jezelf serieus, je komt op voor je rechten zonder de rechten van de ander te ontkennen of te schaden.
Agressief: Bij agressief gedrag weet je wat je wilt en wat je nodig hebt, maar dit doe je ten koste van de ander. Je luistert niet, gaat hard tegen de ander in, wordt kwaad als je kritiek krijgt. Hierdoor kan de ander zich genegeerd, gekwetst en/of vernederd voelen. Je vindt zelf echter dat je gelijk hebt!
Gevolgen van agressief gedrag kunnen zijn dat je contact met de ander verliest. Anderen gaan je vermijden, waardoor je geïsoleerd kunt raken.
Vaak ligt onzekerheid aan de basis van agressiviteit. Uit onmacht en onzekerheid ga je jezelf overschreeuwen.
Losmaakgrepen die wij gaan oefenen
Pols loslaten ( 1 hand en met twee handen)
Arm loslaten (onderarm)
Arm loslaten met 2 handen op onderarm
Wurggreep voorkant
Wurggreep/ keel loslaten achterkant dichtbij
Haren loslaten
Schouder loslaten
Slag met wandelstok ontwijken
Slide 7 - Slide
Verschil tussen Patiënt situatie en
Situatie op straat.
Voor leerjaar 2 en ouder:
Wie heeft er wel eens agressie op de werkvloer (stage) mee gemaakt?
Wie heeft er wel eens een MIM/MIC ingevuld? Input voor de les.
Verschil tussen patiënt en op straat?
Wie kan het verschil benoemen?
Slide 8 - Slide
Op staat kun je een "atemie" is een afleiding dit is bv. een trap tegen de schenen, knietje in het kruis, een klap of een slag in het gezicht en dan losmaken. (je leid af en dan heb je de tijd om je los te maken).
In les 5 komt de escalatieladder en zien zij ook de stappen die er zijn voor je gaat "verdedigen".
Vanaf leerjaar 2,3,4:
Belang van goede rapportage i.v.m. met dossier van de cliënt.
Mic/Mim invullen
Studenten zelf laten uitzoeken hoe het juridisch, invloed VOG en beroepscode? Laat ze dit ze dit uitzoeken en volgende week presenteren bv.