Romantiek KUA klas 3: herhaling

De Romantiek
KUA klas 3 introductieles kwartaal 3
Thema: Samenleven
Onderwerp: De Romantiek (19e eeuw)
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Kunst algemeenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De Romantiek
KUA klas 3 introductieles kwartaal 3
Thema: Samenleven
Onderwerp: De Romantiek (19e eeuw)

Slide 1 - Slide

KUA Kwartaal 3
Onderwerp: De Romantiek

Introductielessen (LessonUp)
Werken aan PO (escaperoom maken)
Laatste les: escaperooms spelen

Vandaag: korte herhaling + werken aan escaperoom

Slide 2 - Slide

Wat staat centraal in de Romantiek?
A
Liefde
B
Schoonheid
C
Gevoel
D
Verstand

Slide 3 - Quiz

Wat bedoelen we met 'programmamuziek'?
A
Muziek die strak een bepaalde vorm volgt
B
Muziek die grote verschillen kent tussen hard en zacht
C
Muziek die iets buitenmuzikaals uitbeeldt
D
Muziek die in veel landen wordt gespeeld

Slide 4 - Quiz

Wat past NIET bij de muziek
van de Romantiek?
A
Orkersten worden groter
B
Minder instrumenten worden gebruikt
C
Programmamuziek: een verhaal vertellen
D
Inspiratie vanuit de natuur

Slide 5 - Quiz

Muziek
  • Expressie staat centraal (grote verschillen in tempo en dynamiek)
  • Grotere orkesten: veel koperblazers en slagwerk
  • Programmamuziek: de muziek beeldt iets uit (verhaal, schilderij)
  • Opkomst 'nationale scholen' (inspiratie uit eigen geschiedenis, folklore, sprookjes)
  • Opera's werden grootse voorstellingen (gesamtkunstwerk)

Slide 6 - Slide

Wat wordt er bedoeld met 'het sublieme' in de Romantiek?
A
Het perfecte
B
De ultieme schoonheid
C
Het onbenoembare, overweldigende
D
Het filosofische

Slide 7 - Quiz

Escapisme kon gevonden worden in:
A
Sprookjes, de natuur
B
Het geloof
C
Series bingen
D
Uitvindingen, nieuwe kennis

Slide 8 - Quiz

Kunstanalyse
Voorstelling: wat stelt het voor? (Oftewel: wat zie je?)

Vormgeving: hoe is het gemaakt?
Welke beeldende aspecten vallen op? 
(kleur, vorm, licht, compositie, structuur,  ruimte, lijn)



Slide 9 - Slide

Schilderkunst
  • Persoonlijke (subjectieve) beleving van de kunstenaar staat centraal 
  • Onderwerpen die passen bij de romantiek: natuur, landschappen, dramatische taferelen, historische gebeurtenissen, dromen
  • Stijlkenmerken kunnen verschillen per land en per kunstenaar
  • Kunstenaar was onafhankelijk: werkte voor zichzelf (niet in opdracht). Kon dus maken wat hij/zij wilde.

Slide 10 - Slide

Wat kun je zeggen over de VOORSTELLING van dit schilderij?
A
Er wordt vooral gebruik gemaakt van grijze, bruine en blauwe tinten
B
Er is sprake van een centrale compositie
C
Je ziet een ruïne in een winters landschap
D
De natuur en het verleden worden verheerlijkt, dat is een voorbeeld van escapisme

Slide 11 - Quiz

Wat kun je zeggen over de VORMGEVING van dit schilderij?
A
Er wordt vooral gebruik gemaakt van grijze, bruine en blauwe tinten
B
Er is sprake van een centrale compositie
C
Je ziet een ruïne in een winters landschap
D
De natuur en het verleden worden verheerlijkt, dat is een voorbeeld van escapisme

Slide 12 - Quiz

Wat kun je zeggen over de BETEKENIS van dit schilderij?
A
Er wordt vooral gebruik gemaakt van grijze, bruine en blauwe tinten
B
Er is sprake van een centrale compositie
C
Je ziet een ruïne in een winters landschap
D
De natuur en het verleden worden verheerlijkt, dat is een voorbeeld van escapisme

Slide 13 - Quiz

De opdracht:

Maak drie uitdagende opdrachten. In 
iedere opdracht behandel je één categorie 
(zie de opdracht voor meer info). Uit iedere categorie kies je een kunstenaar of kunstwerk.
Daarnaast moet de lesstof uit de kua-lessen
 in de opdrachten terugkomen (o.a. de begrippen escapisme, subliem en gevoel). 
Stel dus opdrachten samen die beide aspecten terug laten komen.

Je escaperoom moet tot een oplossing leiden!

Plan van aanpak toelichten

Vorige les heb je je 3 opdrachten uitgedacht 
en 
de kunstwerken die in je escaperoom terugkomen (muziek, dans, schilderkunst) erbij uitgezocht
en 
een taakverdeling gemaakt.

Plan van aanpak akkoord?
Begin dan vast aan de uitwerking van de opdrachten. Je hebt nog 4 lessen!

Slide 14 - Slide