Als in proza sprake is van gemarkeerde ruimte, is deze ruimte
precies te lokaliseren.
Van Milio weten we dat zijn huis en de plaatsen van zijn jeugd zich in Amsterdam-West bevinden; veel preciezer worden ze niet beschreven.
Wél wordt de ruimte waar zijn verhaal zich voor een groot deel afspeelt, zijn ouderlijk huis, gedetailleerd omschreven.
Dit lees je terug op bladzijde 39-40 (zie het fragment).