2A 16 mei

Bienvenidos
1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenidos

Slide 1 - Slide

Bienvenidos a la clase

- Deze les gaat er niemand naar de wc

- We praten niet door elkaar heen

- Lukt dit niet > rode kaart


Slide 2 - Slide

Al final de la clase

- Je kent de regels van de klemtoon in het Spaans

- Je kunt het bijvoeglijk naamwoord toepassen in een zin

- Je kunt de regelmatige werkwoorden, ser, estar en het wederkerende werkwoord toepassen in zinnen



Slide 3 - Slide

Klemtoon
- Staat er een accent?  ► Klemtoon op die lettergreep: número, estación 

- Eindigt het woord op een klinker, een n of een s? ► klemtoon op de één na laatste
lettergreep: amigo, padre, piscina

- Eindigt het woord op een medeklinker (geen ‘n’ of ‘s’)? ► klemtoon op de laatste lettergreep: 
hablar, hospital

- ia, ie, io, ua, ue, uo zijn tweeklanken die als één lettergreep worden beschouwd. Bijv. farmacia. (klemtoon valt op –ma) 
- Alle vraagwoorden hebben altijd een accent (¿cómo?, ¿Qué?) 

Slide 4 - Slide

Klemtoon
Maak nu opdracht A en B van het stencil.
Je hebt vijf minuten.
Je werkt in stilte.
Je mag geen muziek luisteren.

Ben je klaar? > Dan mag je verder werken aan de opdracht op de andere kant van het stencil.

Slide 5 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
Hoe ging dit ook alweer?
rojo - verde - azul
el chico         -         la chica         -         los chicos         -         las chicas





Slide 6 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
Pak je werkboek op bladzijde 77, opdracht 25
A.
los coches
las canciones

unos coches
unas canciones

Slide 7 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
B.
3. unas primas                            een paar nichten
4. las primas                                de nichten
5. unos tíos                                  een paar ooms
6. los tíos                                       de ooms
7. unas casas                               een paar huizen
8. las casas                                  de huizen
9. unos comedores                  een paar eetkamers
10. los comedores                    de eetkamers

Slide 8 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
opdracht 26, a.
  1. naranja
  2. nueva
  3. grande
  4. simpático
  5. estupendo
  6. anticuado

Slide 9 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
opdracht 26, b.
  1. bonito
  2. azules
  3. elegante
  4. guapa
  5. enferma
  6. pequeños

Slide 10 - Slide

opdracht 27

1. bonita
2. enfermos
3. anticuados
4. guapo
5. naranja


6. jóvenes
7. interesante
8. elegante
9. españoles
10. gris

Slide 11 - Slide

De werkwoorden
Maak nu de opdracht van het stencil.
Je hebt vijf minuten.
Je werkt in stilte.
Je mag geen muziek luisteren.

Ben je klaar? > Dan mag je verder werken aan het bijvoeglijk naamwoord of de werkwoorden. Er liggen stapels met stencils vooraan in de klas. Je mag ook oefenen met verbuga.

Slide 12 - Slide

A.
  1. es 
  2. estamos 
  3. está 
  4. sois 
  5. es

6. está
7. están
8. es
9. estás
10. son

Slide 13 - Slide

B.
  1. se llama
  2. vives
  3. trabajáis
  4. viajamos
  5. te llamas

6. se lavan
7. jugáis
8. nado
9. nos duchamos
10. tenéis

Slide 14 - Slide

Zelfstandig werken
Bekijk je GPL  en werk deze bij.
Kies waaraan je gaat werken: 
- het bijvoeglijk naamwoord 
-  de werkwoorden: regelmatig, ser, estar / hay of llamarse

Er liggen stapels met stencils vooraan in de klas. Je mag ook oefenen met verbuga. 
Je werkt in stilte. Je mag geen muziek luisteren.

Slide 15 - Slide

La clase de hoy

- Je kent de regels van de klemtoon in het Spaans

- Je kunt het bijvoeglijk naamwoord toepassen in een zin

- Je kunt de regelmatige werkwoorden, ser, estar en het wederkerende werkwoord toepassen in zinnen




Slide 16 - Slide