5.2 Vaste en variabele kosten + de kosten per product

5.2 Vaste en variabele kosten + 
de kosten per product
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.2 Vaste en variabele kosten + 
de kosten per product

Slide 1 - Slide

programma
  • herhaling les van 23-1
  • huiswerk bespreken in groepjes
  • leerdoelen bespreken
  • nieuwe theorie: vaste en variabele kosten
  • kosten per product
  • aan de slag: opdracht 10 tot en met 14
  • Wat heb ik geleerd deze les? 

Slide 2 - Slide

Hoe bereken je de Omzet?

Omzet=...
A
Afzet x Verkoopprijs
B
Verkoopprijs x Inkoopprijs
C
Afzet x Omzet
D
Omzet x Verkoopprijs

Slide 3 - Quiz

De nettowinst is negatief
A
Dan maak je verlies
B
Dan maak je veel winst
C
Dat bestaat niet
D
Dan maak je winst

Slide 4 - Quiz

Afzet= 50 stuks Prijs per stuk = €10,-
Inkoopwaarde = €200,-
Brutowinst =....

A
€300,-
B
€2.050,-
C
€290,-
D
€500,-

Slide 5 - Quiz

Welke stelling is juist.
A
Brutowinst is inclusief btw, nettowinst is exclusief btw.
B
Over nettowinst betaal je geen belasting, over bruto winst wel.
C
Van de brutowinst betaal je de bedrijfskosten
D
Bij brutowinst is de omzet altijd 100%

Slide 6 - Quiz

Hoe bereken je de nettowinst?
A
Omzet - bedrijfskosten
B
brutowinst - bedrijfskosten
C
Omzet - brutowinst
D
omzet - brutowinst - bedrijfskosten

Slide 7 - Quiz

Is de verkoopprijs als je het resultaat wilt berekenen
inclusief of exclusief btw?
A
inclusief
B
exclusief
C
verschilt per situatie
D
geen idee

Slide 8 - Quiz

huiswerk nakijken 5 minuten
kijk de antwoorden van je gemaakte werk na in groepjes
Vragen? Bespreek met je klasgenootjes.
Komen jullie er niet uit? Roep me...
timer
5:00

Slide 9 - Slide

leerdoelen
  1. ik kan ...het onderscheid maken tussen vast en variabele kosten
  2. ik kan ... de break even afzet berekenen
  3. ik kan ... de break even omzet berekenen 
  4. ik kan ... de kosten per product berekenen

Slide 10 - Slide

onderscheid vaste en variabele kosten
Variabele kosten: dit zijn kosten die altijd kunnen wijzigen, omdat zij afhankelijk zijn van de hoeveelheid (van q)
  


Vaste kosten: dit zijn kosten die niet afhankelijk zijn van de hoeveelheid (van q).


Slide 11 - Slide

Break even omzet
Een bedrijf moet voldoende omzet halen om de variabele en de vaste kosten te kunnen betalen.
Als ze dat precies doen, spreken we van

BREAK EVEN OMZET

Slide 12 - Slide

Break even afzet
De afzet die hoort bij de break even omzet noem je de 

BREAK EVEN AFZET (BEA)

het aantal producten dat je moet verkopen om geen winst en geen verlies te hebben.

Slide 13 - Slide

break even punt (BEP)

Slide 14 - Slide

break even
  • We weten, bij BEP: TO = TK
  • TO = Afzet (Q) x Verkoopprijs (VP)
  • TK = (Afzet (Q) x Variabele kosten per product) + constante kosten
  • TO = TK => Q berekenen



Slide 15 - Slide

break even
verkoopprijs: € 300
variabele kosten per product: € 225
vaste kosten: € 75.000

Wat is dan de BEA? (break even afzet; aantal producten waarbij geen winst en geen verlies geleden wordt)
Wat is de BEO? -> welke omzet hoort bij de break even afzet



Slide 16 - Slide

lees bron 5 (bladzijde 149) in je boek
In deze bron wordt precies uitgelegd hoe je de break even omzet en afzet moet berekenen.

Daarna... maken opdracht 10, 11 en 12

Slide 17 - Slide

de kosten per eenheid product
Formule = 
Totale kosten: aantal geproduceerde goederen

Productie omhoog -> kosten per eenheid product dalen

zie opgave 13

Slide 18 - Slide