Week 47 4 TL

Programm

Rückschau

Grammatik

Üben

Sehen/Hören

Evaluation

1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Programm

Rückschau

Grammatik

Üben

Sehen/Hören

Evaluation

Slide 1 - Slide

Rückschau

Slide 2 - Slide

Grammatik

Je hebt geleerd dat de functie van een zinsdeel erg belangrijk is


  • Onderwerp = 1e naamval
  • Lijdend voorwerp = 4e naamval
  • Meewerkend voorwerp = 3e naamval


In deze gevallen veranderen de woorden uit Der- en Ein-Gruppe

Slide 3 - Slide

Grammatik

Voor de 1e en de 4e naamval is een ezelsbruggetje te bedenken

  • de '' hij/hem-regel''
  • In de 4e naamval veranderen alleen de mannelijke woorden uit de Der- en Ein-Gruppe.


hij= onderwerp=1e naamval

hem=lijdend voorwerp=4e naamval

Slide 4 - Slide

Grammatik

Gelukkig is er ook een andere manier om de naamval te bepalen


  • Na bepaalde voorzetsels krijg je altijd een vaste naamval.


Kijk eens op blz. 32 in je Textbuch!

Slide 5 - Slide

Grammatik

Als je je ouders vraagt naar naamvallen noemen ze vast dit rijtje:

  • mit
  • nach
  • bei
  • seit
  • von
  • zu
Na een van deze woorden krijg je altijd de 3e naamval!

Slide 6 - Slide

Grammatik

                               M          V          O         MV
1e naamval:    der       die      das      die


4e naamval:   den      die      das      die


3e naamval:   dem     der     dem    den

Slide 7 - Slide

Üben

Mache Aufgabe 42 auf Seite 66

Mache Aufgabe 43 auf Seite 66 und 67

Slide 8 - Slide

Korrektur

Slide 9 - Slide

Hören

We luisteren zo een liedje van Bosse ft. Anna Loos


Maak de opdrachten op het blad.

Slide 10 - Slide

Kijk- en luistertoets

Gemiddelde cijfer viel mij wat tegen.

Ik ga morgen met jullie afspraken maken voor evt. inhalen

Slide 11 - Slide

PPP'en

Pak per tweetal een blauw bordje

Ik ga jullie woordenschat testen

Het wiel bepaalt straks welke letter jullie krijgen

Ik stel de vraag: Hoeveel woorden weten jullie met...?

Overleg samen en schrijf een aantal op

De hoogste bieder schrijft de woorden op

Goed? Aantal punten gewonnen-> Fout? De rest wint je punten

Slide 12 - Slide

Ende

Slide 13 - Slide