Benodigde lesmaterialen: Leerboek, werkboek, map, pen en opgeladen laptop.
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Week 10
Week 11
Toetsbespreken en Berlijn
Wederopbouw berlijn
SO
Nigeria klimaat
Nigeria bevolking
Nigeria politiek
Nigeria grondstoffen
Herhaling
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Startklaar
Op je plek zitten
Telefoon in het Zakkie
Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui
timer
3:00
Slide 7 - Slide
1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Waarom vestigden fabrieken zich langs spoorwegen en rivieren?
Slide 8 - Open question
7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Waarom trekken juist jongeren naar Berlijn terug?
Slide 9 - Open question
7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Waarom groeide Berlijn sterk na 1871?
Slide 10 - Open question
7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Wat was een belangrijk gevolg van de bouw van de Berlijnse Muur in 1961?
A
De industrie in Berlijn nam sterk toe
B
De stad groeide snel aan de oostkant
C
Er ontstond een nieuw stadscentrum in West-Berlijn
D
De stad werd een hoofdstad van de Europese Unie
Slide 11 - Quiz
7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Wat is het beste voorbeeld van gentrificatie in Berlijn?
A
De aanleg van nieuwe spoorwegen rondom de stad
B
De bouw van de Berlijnse Muur langs de rivier de Spree
C
Gezinnen die verhuizen naar dorpen buiten Berlijn
D
Oude wijken die worden opgeknapt waardoor de huurprijzen stijgen
Slide 12 - Quiz
7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Leerdoelen
1. De leerling kan beschrijven hoe Duitsland zich economisch heeft ontwikkeld sinds de Tweede Wereldoorlog.
2. De leerling kan uitleggen wat agglomeratievoordelen zijn en waarom die belangrijk zijn voor de industrie.
3. De leerling kan regionale economische verschillen binnen Duitsland herkennen en verklaren.
4. De leerling kan de invloed van economische veranderingen op de bevolkingsontwikkeling beschrijven.
Slide 13 - Slide
3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.
Wat gebeurde er met Berlijn na WO II?
Slide 14 - Mind map
This item has no instructions
Industriële groei
Na WOII: sterke wederopbouw
Groei in chemie, elektronica en auto-industrie
Focus op innovatie en technologie
Slide 15 - Slide
4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Hightech industrie
Hoogopgeleide werknemers nodig
Veel robots en vakmensen in productie
Focus op onderzoek en ontwikkeling
Slide 16 - Slide
4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Agglomeratie voordelen
Autofabriek + toeleveranciers bij elkaar
Voorbeelden: stoelenfabriek, logistiek, catering
Voordeel: kostenbesparing en snelheid
Bedrijven gaan dicht bij elkaar zitten, zodat ze snel kunnen leveren. Dit heet agglomeratievoordeel – een kenmerk van moderne industrie.
Slide 17 - Slide
4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Groei dienstensector
Dienstensector groeit sinds jaren ‘80
Voorbeelden: advocaten, ontwerp, ICT, banken
Veel multinationals met hoofdkantoor in Duitsland
Duitsland is nu ook een dienstenland. Banken, ontwerpbureaus en ICT-bedrijven zijn belangrijk. Dit komt mede door de goed opgeleide bevolking.
Slide 18 - Slide
4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Regionale verschillen
Oost: achterstand na hereniging
Ruhrgebied: daling van zware industrie
Zuiden: economisch sterk door hightech
Niet elke regio is even sterk. In het oosten en het Ruhrgebied is meer werkloosheid. In Zuid-Duitsland groeit de economie juist hard.
Slide 19 - Slide
4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Samenvatting
Groei van industrie naar diensten
Hightech en kennis als motor
Grote regionale verschillen
Bevolkingsgroei vooral in steden
Slide 20 - Slide
5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Aan de slag
Wat - maak opdracht 1 t/m 6 van je werkboek op blz 70 en 71
Hoe - Alleen Hoelang - 15 min.
Hulp nodig? - steek je vinger op
Klaar - Woordjes leren.
Uitkomst - Bespreek met ander tweetal.
Slide 21 - Slide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.
Verwerkingsopdracht
Maak een tijdlijn van de economische ontwikkeling van Duitsland
Analyseer één regio (bijv. Ruhrgebied of Beieren)
Geef aan hoe economie en bevolkingsgroei samenhangen
Slide 22 - Slide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.
Verwerkingsopdracht
In je verhaal moet duidelijk worden:
Hoe de stad er op dat moment uitziet
Wat de gevolgen zijn van de geschiedenis of stadsopbouw
Wat jouw personage ervaart in het dagelijks leven
Een dag in het leven van… – Verhalende opdracht
Schrijf een kort verhaal (min. 200 woorden) vanuit het perspectief van een bewoner van Berlijn. Kies één van deze personages:
Een arbeider die in 1900 naar de stad komt om in de fabriek te werken
Een jongere die in de jaren ‘80 probeert te vluchten over de Muur
Een student in het huidige Berlijn die in een wijk woont waar gentrificatie plaatsvindt
Slide 23 - Slide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.
Terugkijken
op de leerdoelen
1. De leerling kan beschrijven hoe Duitsland zich economisch heeft ontwikkeld sinds de Tweede Wereldoorlog.
2. De leerling kan uitleggen wat agglomeratievoordelen zijn en waarom die belangrijk zijn voor de industrie.
3. De leerling kan regionale economische verschillen binnen Duitsland herkennen en verklaren.
4. De leerling kan de invloed van economische veranderingen op de bevolkingsontwikkeling beschrijven.
Slide 24 - Slide
8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.
Begrippen uit deze les
Industrialisatie
Hightechindustrie
Onderzoek & Ontwikkeling (R&D)
Vakmensen
Robotisering
Agglomeratievoordelen
Dienstensector
Multinational
Regionale ongelijkheid
Demografische krimp
Migratie
Wederopbouw
Lagelonenlanden
Slide 25 - Slide
8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.
Exit ticket
Slide 26 - Open question
8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.