3.8 Grammatica - les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Wat gaan we doen?

-Terugblik NG / WG

-Begin maken met 3.8 Grammatica

-Stillezen

NG of WG

Ik word later arts.

1. naamwoordelijk gezegde
2. werkwoordelijk gezegde

Ik vergiste me behoorlijk.

1. naamwoordelijk gezegde
2. werkwoordelijk gezegde

Kim zit al de hele avond te appen.

1. naamwoordelijk gezegde
2. werkwoordelijk gezegde

Halina schijnt ziek te zijn.

1. naamwoordelijk gezegde
2. werkwoordelijk gezegde

Fruit en groenten worden bij de kassa gewogen.

1. naamwoordelijk gezegde
2. werkwoordelijk gezegde

Jij bent gisteravond veel te laat thuisgekomen.

1. naamwoordelijk gezegde
2. werkwoordelijk gezegde

Conclusie

DOEN =  WG

ZIJN  =  NG

Koppelwerkwoorden

Koppelwerkwoorden (kww) zijn werkwoorden die een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord aan het onderwerp van de zin koppelen. In tegenstelling tot zelfstandige werkwoorden hebben koppelwerkwoorden zelf weinig betekenis. 

De koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten en vóórkomen.

Naamwoordelijk gezegde

Als je zinsdelen moet benoemen en er staat een koppelwerkwoord in de zin, dan heeft de zin een naamwoordelijk gezegde. 

Mijn gymdocent | is  | mijn leukste leraar.

pv = is (kww)

naamwoordelijk deel = mijn leukste leraar

ng = is mijn leukste leraar

Hulpwerkwoorden

Net als in zinnen met zelfstandige werkwoorden kunnen er in zinnen met koppelwerkwoorden nog een of meer andere werkwoorden staan. In dat geval is altijd één werkwoord het koppelwerkwoord. De andere werkwoorden zijn hulpwerkwoord (hww).

Deze gymdocent | is | mijn leukste leraar | geworden.

hww = is

kww = geworden

Checklist koppelwerkwoord

1   Is het werkwoord het belangrijkste werkwoord van de zin?

2  Koppelt het werkwoord het onderwerp aan een naamwoordelijk deel, dat        een toestand aangeeft (bijvoorbeeld een eigenschap of een beroep)?

3  Kun je dit werkwoord vervangen door een van de andere                                            koppelwerkwoorden, waardoor een goede en logische zin ontstaat?

Als je op al deze vragen ja kunt antwoorden, heb je te maken met een koppelwerkwoord.

Ik word altijd blij van de zon.

1. kww
2. hww

Ik word vanavond opgehaald door mijn moeder.

1. kww
2. hww

De honden worden uitgelaten door Jan.

1. kww
2. hww

Huiswerk dinsdag

Maken 3.8 opdracht 4+5+9

Klaar? -> Lezen