biivoeglijk naamwoord herhaling

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over...
A
een lidwoord
B
een bijwoord
C
een zelfstandig naamwoord
D
een werkwoord
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over...
A
een lidwoord
B
een bijwoord
C
een zelfstandig naamwoord
D
een werkwoord

Slide 1 - Quiz

geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Jacqueline est une fille ...
A
français
B
française
C
françaises

Slide 2 - Quiz

geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Ma mère est ...
A
beau
B
beaue
C
belle
D
belles

Slide 3 - Quiz

geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Paul a les cheveux ...
A
grises
B
griss
C
gris

Slide 4 - Quiz

Il est ...
A
beau
B
belle
C
beaux
D
belles

Slide 5 - Quiz

Marianne porte une jupe ...
A
roug
B
rouge
C
rougs
D
rouges

Slide 6 - Quiz

Mes grand-parents sont ....
A
élégant
B
élégante
C
élégants
D
élégantes

Slide 7 - Quiz

J'ai les cheveux ...
A
blond
B
blonde
C
blonds
D
blondes

Slide 8 - Quiz

Vul de juiste vorm in van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes
Mon frère a les yeux (groen)

Slide 9 - Open question

geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes:
Ma soeur est très (klein)

Slide 10 - Open question

La maison de mes grands-parents est très (groot)

Slide 11 - Open question

Ik begrijp de vorm van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans.
010

Slide 12 - Poll