Werkwoordelijk gezegde

• Basisschool

Werkwoordelijk gezegde

Het werkwoordelijk gezegde betekend dus alle werkwoorden in een zin!

Zoek in de volgende zinnen het werkwoordelijk gezegde...

Hij heeft de hele avond televisie gekeken.

Volgens de buren staat het geluid wel erg hard.

In de vakantie mag jij er voor zorgen.

Hem vroegen ze niets.

Hij stond keer een uur te wachten.

Hij had daar moeten staan.

Hij vergist zich de laatste tijd wel erg vaak.

Zij heeft zich opgegeven voor de wedstrijd.

Hij at heel vaak zijn boterhammen niet op.

Loop toch eens door!

Zijn voorstel keurde het bestuur niet goed.

Zij wast zich elke dag.

Bijna vergat ik mijn leuke boek.

Heeft de postbode jullie een grote brief gebracht?

De bakker bakt het brood in de nieuwe oven.

De winkel is van één tot twee uur gesloten.

Vrijdags komt in onze straat een lawaaiig orgel.

Is jouw oudste broer naar Zwitserland verhuisd?

Achter de wolken schijnt de felle zon.

De conciërge heeft ons verse koffie en thee gebracht.

De goochelaar bezorgde de kinderen een leuke middag.

De juf heeft mij een nieuw schrift gegeven.

Zonder die rode bal kunnen we niet voetballen.

We gaan op vakantie met onze nieuwe tent.

Ik begrijp het werkwoordelijk gezegde!

1. Ja!
2. Ik vind het nog wel een beetje moeilijk.
3. Ik snap er niks van...

Goed gedaan!