This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Les 5:
Didactische werkvormen
(deel 2)
Slide 1 - Slide
Overzicht
1. Instructievormen (leerkracht centraal)
Doceren
Vertellen
Demonstreren
Drievoudige demonstratie
2. Interactievormen (gespreksvormen)
Onderwijsleergesprek
3. Opdrachtvormen (zelfstandig werk)
Individuele opdracht
Slide 2 - Slide
Hoekenwerk:
inhouden
Slide 3 - Slide
Hoekenwerk: werkwijze
6 hoeken in totaal
Materiaal:
- werkvormenfiches (pp. 101-114)
- invulbladen (pp. 138-143)
- materiaal in de hoek
- correctiesleutel bij docent
Groep: 2-3 studenten
Timing: 12' per hoek
Tijd over?
Check de werkvormenfiche en/of het kruiswoordraadsel
timer
12:00
Slide 4 - Slide
Hoekenwerk: evaluatie
Slide 5 - Slide
Quiz!
We spelen een korte quiz bestaande uit 7 vragen. Deze quiz evalueert je verworven kennis van het hoekenwerk omtrent didactische werkvormen. Bij iedere vraag hoort maximaal 1 minuut denktijd. Veel succes!
Slide 6 - Slide
In welk gesprek tussen de leerkracht en de leerlingen staan de door de leerlingen gehanteerde oplossingsmethoden centraal?
A
Onderwijsleergesprek
B
Leergesprek
C
Klasgesprek/
Kringgesprek
D
Probleemgerichte groepsdiscussie
Slide 7 - Quiz
Waarvoor kan je een klasgesprek/kringgesprek niet gebruiken?
A
Peilen naar de beginsituatie
B
Bevorderen van creatief denken
C
Aanbrengen van leerinhouden
D
Oefenen van sociale vaardigheden
Slide 8 - Quiz
In de probleemgerichte groepsdiscussie zullen leerlingen de pro's en contra's van mogelijke oplossingen afwegen. In welke fase van het proces hoort dit thuis?
A
Beeldvorming
B
Oordeelvorming
C
Besluitvorming
D
Geen van allen
Slide 9 - Quiz
Dit hoekenwerk is een voorbeeld van een complementair groepswerk.
A
Juist
B
Fout
Slide 10 - Quiz
De leerkracht deelt aan alle duo’s in de klas twee kaartjes uit. Op deze kaartjes staat een situatieschets en een beschrijving van een personage, zijn opvattingen, zijn bedoelingen, … In deze les zijn het allemaal situaties die met drank- en drugsgebruik te maken hebben. Dit is een...
A
Rollenspel
B
Simulatiespel
C
Leerspel
D
Onderwijsleergesprek
Slide 11 - Quiz
Simulatiespel: in tegenstelling tot een rollenspel zijn de spelers niet altijd individuen die op hun eigen manier reageren, maar kunnen ze ook een partij, een belangengroep of een organisatie vertegenwoordigen waartussen zich bepaalde processen afspelen.
A
Juist
B
Fout
Slide 12 - Quiz
In welke fase van de les zal een leerspel meestal ingezet worden?