3VWO H4 Woordenschat

Woordenschat
Je leert uitdrukkingen met woordparen herkennen en gebruiken,
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat
Je leert uitdrukkingen met woordparen herkennen en gebruiken,

Slide 1 - Slide

H4: Uitdrukkingen met woordparen


Veel woordparen hebben alliteratie (beginrijm) of eindrijm.

  • Voorbeeld: kommer en kwel (alliteratie)

steen en been (eindrijm)


Ook woordparen die niet rijmen:

  • Tegenstellingen (zwart op wit hebben)
  • Synoniemen, vaak tautologieën (altijd en eeuwig)
  • Woorden die in de betekenis dicht bij elkaar liggen (dag en dauw)


Slide 2 - Slide

Welk soort rijm herken je in:
- Met man en macht
- Taal noch teken

Slide 3 - Open question

Welk soort rijm herken je in:
- Met hand en tand
- De handel en wandel
- In geuren en kleuren

Slide 4 - Open question

Wat is de relatie tussen:
- Van toeten noch blazen
- Voor galg en rad

Slide 5 - Open question

Wat is de relatie tussen:
- Op leven en dood
- Pompen of verzuipen

Slide 6 - Open question

Wat betekent de uitdrukking:
Met man en macht werd het terrein in twee dagen geschikt gemaakt voor het festival

Slide 7 - Open question

Wat betekent de uitdrukking:
In geuren en kleuren vertelde Karina over haar ontmoeting met Jan Smit.

Slide 8 - Open question

Wat voor soort relatie zit er in deze uitdrukking:

'steen en been' klagen
A
dit is een tegenstelling
B
dit is een eindrijm
C
betekenis van de woorden ligt dicht bij elkaar

Slide 9 - Quiz

Wat voor soort relatie zit er in deze uitdrukking:

Daar zitten 'haken en ogen' aan.
A
dit is een tegenstelling
B
dit zijn synoniemen/Dit is een tautologie
C
betekenis van de woorden ligt dicht bij elkaar

Slide 10 - Quiz

Wat voor soort relatie zit er in deze uitdrukking:

Het was 'pompen of verzuipen'.
A
dit is een tegenstelling
B
dit zijn synoniemen/Dit is een tautologie
C
betekenis van de woorden ligt dicht bij elkaar

Slide 11 - Quiz

Bij de volgende uitdrukking is sprake van eindrijm. Welke relatie zit er nog meer in het woordpaar?

Jij vertelt altijd 'in geuren en kleuren'.
A
dit is een tegenstelling
B
dit zijn synoniemen/Dit is een tautologie
C
betekenis van de woorden ligt dicht bij elkaar

Slide 12 - Quiz

Wat voor soort relatie zit er in deze uitdrukking:

Zij zal het 'vast en zeker' doen.
A
dit is een tegenstelling
B
dit zijn synoniemen/Dit is een tautologie
C
betekenis van de woorden ligt dicht bij elkaar

Slide 13 - Quiz

Wat voor soort relatie zit er in deze uitdrukking:

Wij kennen hem inmiddels 'van haver tot gort'.
A
dit is een tegenstelling
B
dit zijn synoniemen/Dit is een tautologie
C
betekenis van de woorden ligt dicht bij elkaar

Slide 14 - Quiz

Wat voor soort relatie zit er in deze uitdrukking:

opgroeien 'voor galg en rad'
A
dit is een tegenstelling
B
dit zijn synoniemen/Dit is een tautologie
C
betekenis van de woorden ligt dicht bij elkaar

Slide 15 - Quiz

Wat voor soort relatie zit er in deze uitdrukking:

Er zit 'kop noch staart' aan.
A
dit is een tegenstelling
B
dit zijn synoniemen/Dit is een tautologie
C
betekenis van de woorden ligt dicht bij elkaar

Slide 16 - Quiz

Wat voor soort relatie zit er in deze uitdrukking:

Hij levert een strijd 'op leven en dood'.
A
dit is een tegenstelling
B
dit zijn synoniemen/Dit is een tautologie
C
betekenis van de woorden ligt dicht bij elkaar

Slide 17 - Quiz

Wat voor soort relatie zit er in deze uitdrukking:

Zij zal het 'vast en zeker' doen.
A
dit is een tegenstelling
B
dit zijn synoniemen/Dit is een tautologie
C
betekenis van de woorden ligt dicht bij elkaar

Slide 18 - Quiz

Wat voor soort relatie zit er in deze uitdrukking:

Wij maken ons huiswerk 'te hooi en te gras'.
A
dit is een tegenstelling
B
dit zijn synoniemen/Dit is een tautologie
C
betekenis van de woorden ligt dicht bij elkaar

Slide 19 - Quiz

Welke uitdrukkingen
ken jij nog?

Slide 20 - Mind map

Letterlijk - figuurlijk
Letterlijk: woord gebruiken in context. 
Ik heb een ticket voor de wedstrijd PSV - Ajax. 

Figuurlijk: woord gebruiken als beeld, spreekwoorden, gezegdes en uitdrukkingen. 
Het vwo-diploma wordt door velen gezien als een ticket voor een gouden toekomst. 

Slide 21 - Slide

Formuleer een zin waarin je het woord 'draad' letterlijk gebruikt.

Slide 22 - Open question

Formuleer een zin waarin je het woord 'draad' figurlijk gebruikt.

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide