1 Het onderwerp noemen en vragen stellen.
2 a Eigen antwoord, bijvoorbeeld: zijn er minder verschillen in het landschap. / wordt het landschap minder afwisselend.
b Eigen antwoord, bijvoorbeeld: een geheel van planten en dieren in een territorium die in wisselwerking met milieufactoren een systeem vormen, dat gezond kan zijn of uit evenwicht. c voorstellen, inbrengen.
3 a De kernzin is meestal de eerste of de laatste zin van een alinea.
b De kernzin kan ook op de volgende plaatsen voorkomen:
– 2e zin of 2e en 3e zin van de alinea;
– de tweede en derde zin van de alinea;
– midden in de alinea.
4 a De kernzin is de tweede zin van de alinea.
b Na hun onderzoek kwamen ze met verontrustende vooruitzichten.
c In deze zin geeft de schrijver het resultaat van het onderzoek, namelijk verontrustende vooruitzichten. In de rest van de alinea worden de vooruitzichten genoemd.
5 a De kernzin is de laatste zin van de alinea.
b Het uitsterven van de grote planteneters blijkt dus grote gevolgen te hebben.
c In deze zin geeft de schrijver aan dat het uitsterven van de grote planteneters grote gevolgen heeft. In de rest van de alinea worden deze gevolgen toegelicht.
6 a Een schrijver gebruikt signaalwoorden om het verband tussen zinnen, zinsgedeelten en alinea’s duidelijk te maken.
b uitspraak-opsomming, uitspraak-tegenstelling, uitspraak-voorbeeld.
7 a Twee verontrustende vooruitzichten bij vleeseters en twee verontrustende vooruitzichten bij het landschap.
b Na de kernzin begint de schrijver de zin met Allereerst, dat is het eerste vooruitzicht. In de zin volgt het signaalwoord en. Dat is het tweede vooruitzicht. De zin erna begint met Daarnaast, dat is het derde vooruitzicht en in die zin staat ook het signaalwoord en, dat is het vierde vooruitzicht.
c Vooruitzichten m.b.t. de vleeseters: ze hebben geen prooien meer + hun aantal neemt af.
Vooruitzichten m.b.t. het landschap: het is veel minder divers + de grond is armer.
8 Gevolgen veranderende ecosystemen: er ontstaan eentonige landschappen met bos, woestijn of savanne. De mens ervaart nadelige gevolgen omdat er minder wilde dieren zijn.
9 a met een advies/oproep
b De schrijver roept de lezers op ervoor te zorgen dat er leefgebied overblijft en de handel in hoorns en andere lichaamsdelen van dieren te stoppen.
10 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: De titel past goed bij de tekst , want in de tekst wordt vermeld dat de planteneters dreigen te verdwijnen. Dat is niet goed voor de ecosystemen en aan het slot volgt een oproep ervoor te zorgen dat er planteneters blijven.
11 De ecosystemen zullen ernstig verstoord raken. Er ontstaan eentonige landschappen en het leven van de mens verandert zonder wilde dieren.
12 a de lezer informeren en evt. aansporen
b artikel in een tijdschrift