Laatste les H6 - herhaling 1m-h

Toetsweek 
Hoofdstuk 6 - paragraaf 6.1 t/m 6.4 
40 minuten 
Toets wordt in Lesson Up gemaakt
Zorg dus voor een opgeladen chromebook! Zet dit in je BAM-planner! 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Toetsweek 
Hoofdstuk 6 - paragraaf 6.1 t/m 6.4 
40 minuten 
Toets wordt in Lesson Up gemaakt
Zorg dus voor een opgeladen chromebook! Zet dit in je BAM-planner! 

Slide 1 - Slide

Herhaling H6: Revolutie! Alles moet anders 

Slide 2 - Slide

Wat is een standensamenleving?
A
Een samenleving die draaide om het christendom.
B
Een samenleving die bestaat uit groepen, waarbij je vanaf je geboorte bij hoort
C
Een samenleving waarin iedereen gelijk is.
D
Een samenleving waarbij je kan stemmen wie koning wordt.

Slide 3 - Quiz

Wat is de goede volgorde van de standensamenleving?
A
(1)Geestelijken, (2)burgers, (3)adel
B
(1)Adel, (2)geestelijken, (3)burgers
C
(1)Geestelijken, (2)adel, (3)burgers
D
(1)Burgers, (2)adel, (3)geestelijken

Slide 4 - Quiz

Wat is de Verlichting?
A
Uitvinding van de straatlantaarns
B
Kennis werd belangrijker dan het geloof
C
Steeds meer uitvindingen die het geloof helpen de bijbel te verklaren
D
Het schrijven van een nieuwe vertaling van de bijbel

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Welk begrip werd hier afgebeeld?
A
absolute macht
B
standensamenleving
C
belasting
D
voorrechten

Slide 7 - Quiz

Wie behoorde er tot de eerste stand aan het einde van de 18de eeuw in Frankrijk?
A
Een rijke koopman
B
een boer
C
een priester
D
de koning

Slide 8 - Quiz

Wat was de taak van de tweede stand in de Middeleeuwen?
A
het land bewerken
B
handelen
C
bidden
D
vechten

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Welke stand zie je hier afgebeeld?
A
1e stand
B
2e stand
C
3e stand

Slide 11 - Quiz

Verlichte denkers waren kritisch op...
A
De rol van de kerk
B
De standensamenleving
C
De absolute macht van de koning
D
Het bestuur van Frankrijk

Slide 12 - Quiz

Hoe heetten de koning en koningin van Frankrijk die tijdens de Franse Revolutie aan de macht waren?

Slide 13 - Open question

Op welke datum brak de Franse Revolutie uit?

Slide 14 - Open question

Sleep de zinnen naar het goede vak: Past wel of niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie.
Past wel bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
Past niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
De meeste Franse waren arm
98% van de Fransen hoorde bij de eerste stand
Edelen betaalden geen belasting
Frankrijk was een standensamenleving
Frankrijk was een republiek

Slide 15 - Drag question

De Bastille wordt bestormd 
De derde stand richt een eigen vergadering op
De koning roept de drie standen bij elkaar 
Frankrijk heeft hoge schulden en is bijna failliet 
Frankrijk krijgt een grondwet 
1
2
3
4
5

Slide 16 - Drag question

Hoe heette de leider van de Terreur?
A
Montesquieu
B
Napoleon
C
Robespierre
D
Jozef van Pruisen

Slide 17 - Quiz

Bij welke stand hoorden de hertogen?

Slide 18 - Open question

Wie was Napoleon?
A
De nieuwe koning van Frankrijk
B
De leider van de revolutie
C
De nieuwe keizer van Frankrijk
D
De oude koning van Frankrijk

Slide 19 - Quiz

Door wie werd Napoleon in 1804 tot keizer gekroond?
A
Door Lodewijk XVI
B
Door zijn vrouw Joséphine
C
Door de paus
D
Door hemzelf

Slide 20 - Quiz

Noem 2 zaken die door Napoleon zijn ingevoerd die wij nu nog steeds gebruiken

Slide 21 - Open question

Op welk eiland is Napoleon gestorven?
A
Elba
B
Sint-Helena
C
Corsica
D
Sicilië

Slide 22 - Quiz

In welk land was de opstand van de slaven een succes?
A
Curaçao
B
Haïti
C
Sint-Maarten
D
Suriname

Slide 23 - Quiz

Waarom veranderde veel Europeanen hun ideeën over slavernij?

Slide 24 - Open question

Wanneer werd slavernij volledig afgeschaft?
A
1807
B
1825
C
1833
D
1850

Slide 25 - Quiz

Hoe heette de eerste koning van Nederland?
A
Koning Willem I
B
Koning Lodewijk XVI
C
Lodewijk-Napoleon
D
Napoleon

Slide 26 - Quiz

Uit welk land kwam de eerste koning van Nederland?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Nederland
D
Duitsland

Slide 27 - Quiz