Herhaling Verlichting

Test Verlichting en gevolgen
2A
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Test Verlichting en gevolgen
2A

Slide 1 - Slide

Verlichting is een gevolg van
...
A
wetenschappelijke revolutie
B
Renaissance
C
de Reformatie
D
slavernij

Slide 2 - Quiz

Wat is geen kenmerk van de verlichting?
A
verdraagzaamheid
B
tolerantie
C
vrijheid van meningsuiting
D
absolutisme

Slide 3 - Quiz

Wat is 'de verlichting'?
A
Het idee dat voortbouwt op de Oude Grieken.
B
Het idee dat je kritiek levert op de katholieke kerk.
C
Het idee dat je met je verstand je omgeving/leven kan begrijpen.
D
Het idee dat je best mag genieten van de wereld om je heen.

Slide 4 - Quiz

Wat past bij de Verlichting?
A
Vorm van regeren waar het volk alle macht heeft
B
Manier van denken waarbij alle mensen gelijk zijn en dezelfde rechten hebben
C
Vorm van regeren waar de koning alle macht heeft
D
Manier van denk waarbij je eigen verstand belangrijker is dan de Bijbel

Slide 5 - Quiz

Wat is de Verlichting?
A
Een nieuwe manier van denken
B
Een ander woord voor wetenschappelijke revolutie
C
De Renaissance

Slide 6 - Quiz

Denk na over waar de Verlichting voor stond. Wat gooiden de Verlichters onder de guillotine?
A
De ratio (het verstand)
B
Altijd luisteren naar de kerk
C
De mens is van nature slecht
D
De macht van het volk

Slide 7 - Quiz

Wat was een oorzaak van de Amerikaanse Revolutie?
A
Het eigen bestuur van de kolonies werd afgepakt
B
De Amerikanen wilden geen belasting betalen
C
George Washington pleegde een staatsgreep
D
De koloniën wilden méér geld van Engeland

Slide 8 - Quiz

De Amerikaanse revolutie is een revolutie, omdat
A
de staatsinrichting is gebaseerd op de trias politica
B
het land als eerste onafhankelijk werd
C
het land veel migranten trok
D
A B en C zijn goed

Slide 9 - Quiz

De Amerikaanse Revolutie was een democratische revolutie omdat ...
A
De Amerikaanse Revolutie leidde tot algemeen kiesrecht
B
De Verenigde Staten van Amerika kregen een nieuwe koning
C
Na de Amerikaanse Revolutie mochten burgers volksvertegenwoordigers kiezen
D
De Amerikaanse Revolutie leidde tot directe democratie

Slide 10 - Quiz

Noem een overeenkomst tussen de Franse en Amerikaanse revolutie
A
De vorst beschermt het volk
B
De vorst beschermt het volk niet
C
Er is onvrede over inspraak
D
Er is onvrede over belastingen

Slide 11 - Quiz

Sleep de zinnen naar het goede vak: Past wel of niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie.
Past wel bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
Past niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
De meeste Franse waren arm
98% van de Fransen hoorde bij de eerste stand,
Edelen betaalden geen belasting
Frankrijk was een standensamenleving
Frankrijk was een republiek

Slide 12 - Drag question

Wat is het startmoment van de Franse Revolutie?
A
Oprichting van de Nationale Vergadering (de eed op de kaatsbaan)
B
De onthoofding van Lodewijk XVI.
C
De bestorming van de Bastille
D
De invoering van de grondwet

Slide 13 - Quiz

Wat is slavernij?
A
Systeem waarin mensen het eigendom van een ander zijn
B
Onvrije mensen met rechten
C
Vrije mensen met rechten
D
Onvrije mensen maar niet het bezit van een ander

Slide 14 - Quiz

Welke verantwoording(en) waren er voor slavernij?
A
Ze vragen er zelf om
B
Vinden we gewoon leuk
C
God zegt dat het mag
D
Het zijn toch maar onbeschaafde wilden

Slide 15 - Quiz

Wat is abolitionisme?
                       Wat is abolitionisme?
A
Mensen hebben recht om zichzelf te besturen
B
Het streven naar afschaffing van slavenhandel en slavernij
C
mannen en vrouwen hebben gelijke rechten
D
de koning moet afgezet worden

Slide 16 - Quiz

Door welke invloeden ontstond het abolitionisme?
A
Door de slavernij en de slavenhandel.
B
Christendom en verlichting.
C
Nou, gewoon. Omdat ze daar zin in hadden enzo. Ohja, en dingen.
D
Door het modern imperialisme

Slide 17 - Quiz

Door Napoleon:
A
Gebruiken we maten als meter, liter en kilo in Nederland
B
Heeft iedereen in Nederlandeen achternaam moeten nemen
C
Rijden we rechts op de wegen in Nederland
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 18 - Quiz