Ga rustig op je plek zitten en leg je boek en leesboek op tafel
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
This lesson contains 12 slides, with text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom!
Ga rustig op je plek zitten en leg je boek en leesboek op tafel
Slide 1 - Slide
Samenstellingen
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
- Verkennen
- Theorie
- Werken aan de opdracht
Aan het einde van de les heb je de spellingsregels geleerd hoe je samengestelde woorden juist spelt.
Slide 3 - Slide
Verkennen
Opdracht 1 op bladzijde 116
Slide 4 - Slide
Theorie
Samenstellingen
Slide 5 - Slide
Samenstellingen
Aaneenschrijven:
woorden met één klemtoon -> feestbeest
Samenstellingen met zelfstandig naamwoorden of andere woordsoorten -> lichtgeel, loodzwaar
samengestelde werkwoorden en samenstellingen die afgeleid zijn van werkwoorden -> afmaken, lesgegeven
bijwoorden er, hier, daar en waar vormen vaak een samenstelling -> eraf, hierheen, daarvandaan, waarnaartoe
Engelse leenwoorden schrijf je met andere Engelse of Nederlandse woorden vast -> flatscreen, sportoutfit
Eigennaam -> TikTokdansje
Slide 6 - Slide
Samenstellingen
Spaties:
Als in een eigennaam al een spatie staat, dan blijft deze behouden
Soms ligt het aan de betekenis
Anne Frankhuis, Red Bullverslaving, Dode Zeezout
Wat een fantastisch uitzicht!
Het schip verdween langzaam uit zicht.
Weet je wie er meedoen vanavond?
Ik vraag me af wat ze ermee doen.
Slide 7 - Slide
Samenstellingen
Tussen -s:
Als je een -s hoort
Soms hoor je de -s niet bij het eerste deel, vervang deze dan om te controleren
Koningsdag, buitenshuis
Dorpsstraat -> dorpshuis
Levensstijl -> levensgevaarlijk
Slide 8 - Slide
Samenstellingen
Tussen -en:
Als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is met meervoud op -en
Boekenweek, krantenbezorger, sterrenstelsel
Tussen -er:
Je schrijf de tussen -er meestal bij woorden die in het meervoud eindigen op -eren
eierdop, kinderfiets
Slide 9 - Slide
Samenstellingen
Tussen -e:
Je schrijft een tussen -e als het linkerdeel van de samenstelling bij:
een meervoud heeft op -s -> aspergesoep
een meervoud heeft dat zowel -s als op -(e)n kan eindigen -> keuzestress
geen meervoud heeft -> roggebrood
uniek is, er bestaat er maar één van -> zonneschijn
een bijvoeglijk naamwoord versterkt -> apetrots
Slide 10 - Slide
Werken aan de opdracht
Wat? Maak opdracht 2, 3, 5, 6 en 7 op bladzijde 116-117
Hoe? Zelfstandig en stil Tijd? Tot het einde van de les (het is huiswerk voor 14/06) Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs Klaar? Lees verder in je leesboek of maak ander huiswerk
timer
10:30
Slide 11 - Slide
Huiswerk
Voor 14 juni 2024 moet opdracht 2, 3, 5, 6 en 7 op bladzijde 116-117 af zijn.