je kunt onderscheid maken tussen procenten uitrekenen en aantallen uitrekenen
1 / 43
next
Slide 1: Slide
WiskundeMBOStudiejaar 1
This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Doel
Je weet wat procenten zijn
Je kunt met procenten rekenen
je kunt onderscheid maken tussen procenten uitrekenen en aantallen uitrekenen
Slide 1 - Slide
Procenten brengen getallen terug naar een overzichtelijk beeld op basis van 100
Stel: Aantal bezoekers voetbalstadion: 30480
In absolute getallen:
25984 mannen
4586 vrouwen
In percentage:
85 % mannen
15 % vrouwen
Slide 2 - Slide
Bij hoeveel procent batterij besluit je uiterlijk je telefoon op te laden?
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Video
En wat is 25% van 50 euro?
Slide 5 - Open question
Pro/cent
Per 100
een van de honderd
Wat zijn procenten?
Slide 6 - Slide
korting berekenen, rente, winst en verlies, en groei- en afnameberekeningen.
Maar ook procenten voor....
Slide 7 - Slide
https:
Slide 8 - Link
https:
Slide 9 - Link
1% = 1 per 100 = 0,01 =
2% = 2 per 100 = 0,02 = =
20% = 20 per honderd = 0,2 = = =
25% = 25 per honderd = 0,25 = =
Procenten en breuken
1001
1002
501
10020
102
51
10025
41
Slide 10 - Slide
Schrijf
als een percentage
43
Slide 11 - Open question
Schrijf 60% als een breuk en vereenvoudig zoveel mogelijk
Slide 12 - Open question
Schrijf
als een percentage. Rond af op 1 decimaal
65
Slide 13 - Open question
Je krijgt het percentage en je moet het aantal uitrekenen
Je krijgt het aantal en je moet het percentage uitrekenen
2 rekensituaties met procenten:
Slide 14 - Slide
Bijvoorbeeld:
40 % van de 250 gasten komt met het openbaar vervoer
Eerst terug naar 1% = totaal aantal delen door 100
Daarna keer het gevraagde percentage
250 : 100 = 2,50 (=1%)x 40 = 100 gasten
of via de verhoudingtabel!
Situatie 1: Je krijgt het percentage en je moet het aantal uitrekenen
Slide 15 - Slide
Hoeveel kilocalorieën bevat een hamburger?
Slide 16 - Open question
Hoeveel vakantiegeld krijgt Fatima per jaar?
Slide 17 - Open question
Stel je krijgt de woning met een bod van €300.000,- (per opbod!). Je betaalt aflossing en rente. je mag het aflossen in 30 jaar. Wat is de aflossing per jaar?
Slide 18 - Open question
Gebruik de rentes van de aanbieders hiernaast. Hoeveel rente betaal je per maand bij de goedkoopste aanbieder?
Slide 19 - Open question
Bijvoorbeeld:
25 auto's van de 150 auto's heeft de kleur rood.
Hoeveel %?
DEEL gedeeld door het GEHEEL x 100% = %
Hoeveel % is dat?
25 : 150 x 100% = 16,67%
of natuurlijk weer de verhoudingtabel
situatie 2: Je krijgt het aantal en je moet het percentage uitrekenen
Slide 20 - Slide
Hoeveel % van de auto's heeft de kleur rood? Rond af op een heel percentage
Slide 21 - Open question
Hoeveel % jongens zitten er nu in deze klas?
Slide 22 - Open question
Hoeveel % van de glazen is leeg?
Slide 23 - Open question
Hoeveel % heeft Pien al verbruikt?
Slide 24 - Open question
Hoeveel % van de totale uitgaven wordt besteed aan reizen?
Slide 25 - Open question
Hoeveel % van de pijlen zit in het gele vlak?
Slide 26 - Open question
Arida bezorgt kranten. Hoeveel % van de kranten heeft ze om half zeven al bezorgd?
Slide 27 - Open question
Samenvatting
% = per 100
Deel gedeeld door het geheel x 100% = %
of
Het totaal aantal delen door 100 keer het %= aantal
Slide 28 - Slide
Voorbeelden:
Aanbiedingen (Van €125,- voor €100,-)
Omzetstijging
Inclusief en exclusief BTW
Terug naar 100
korting op korting
Procentuele af- en toename
Slide 29 - Slide
Hoeveel % korting?
Slide 30 - Open question
Van €125,00 voor €100,00
Hoeveel procent?
Eerst 'deel' uitrekenen: 125-100=25
Dan 'deel' door oude 'geheel'
25 : 125 x 100% = 20%
Aanbiedingen: hoeveel % korting?
Slide 31 - Slide
Een laptop kost €1425,00 exclusief 21% BTW. Wat kost deze laptop inclusief BTW?
Slide 32 - Open question
Laptop kost €1425,00 inclusief 21% BTW. Wat kost deze laptop exclusief BTW?
Slide 33 - Open question
€100,00 exclusief BTW (21%)
Inclusief BTW?
100 : 100 x 21 = 21
100 + 21 = 121
BTW inclusief en exclusief
Slide 34 - Slide
Hoeveel bezoekers vorig jaar?
Slide 35 - Open question
Vorig jaar waren er 10% minder bezoekers
Dit waren er 75000
Hoeveel bezoekers dit jaar?
75000 = 90%
Terug naar 100%
75000 : 90 x 100 = 83.333
Terug naar 100%
Slide 36 - Slide
Wat kost deze kaas (afronden op 2 decimalen)?
Slide 37 - Open question
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Drag question
timer
2:30
25% van €50,-
35% van €90,-
62% van €150,-
32% van €650,-
17% van €95,-
5% van €45,-
85% van €1250,-
3% van €33,-
12,5% van €25,-
8% van €1000,-
€75% van €100,-
6% van €30,-
€75
€1,80
€93,-
€16,15
€12,50
€80,-
€0,99
€208,-
€31,50
€1.062,50
€3,13
€2,25
Slide 40 - Drag question
Slide 41 - Slide
Sleep de juiste afbeelding op de juiste tekst
'De bezoekersaantallen zijn t.o.v. 2021 met 184% gestegen'
'Opnieuw ruim 2% meer bezoekers dan vorig jaar'
'Wij zouden graag een groei hebben tot 10% van het aantal bezoekers van de Efteling'