Effective (doel bereiken):
Is de actie voltooid? Kreeg de gebruiker het juiste resultaat waar hij/zij zoekt?
(Bijvoorbeeld: Alleen tekst die nuttige informatie geeft en feedback krijgen op het juiste moment)
Efficiency (Middelen):
Zonder tijd, energie of kosten te verspillen. Bijv. snelheid: gebruikers hebben haast.
(Bijvoorbeeld: Een goede navigatie structuur en snelkoppelingen)
Engaging (Innemend/ aantrekkelijk):
Hoe prettig en aantrekkelijk een interface is om te gebruiken. (Bijvoorbeeld: Een duidelijke taal)
Error tolerant (voorkomen en herstellen van fouten).
(Bijvoorbeeld: Zorg ervoor dat acties gemakkelijk ongedaan gemaakt kunnen worden.)
Easy to learn (makkelijk te leren / gebruiken):
Laat gebruikers niet nadenken. (Bijvoorbeeld: Behulpzame interface met duidelijke en minimale instructies)
Ontwerpers meten de usability van een ontwerp tijdens het ontwikkelingsproces: van wireframes tot het uiteindelijke product.