This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Open question
Bij signaalwoorden van voorwaarde staat er in de tekst dat er eerst iets moet gebeuren, voordat er iets anders gaat gebeuren. Het kan ook zijn dat er eerst wordt verteld wat de afspraak of het besluit is en dat er daarna wordt verteld wat de voorwaarde voor de afspraak of het besluit is. Een voorwaarde betekent dat je eerst iets moet doen voordat er iets anders gaat gebeuren.
Bij signaalwoorden van argument wordt er een uitspraak gedaan die wordt ondersteund met een argument. Een argument kan een reden of een voorbeeld zijn.
Bij signaalwoorden van conslusie staan er één of meerdere uitspraken in de tekst en daaruit wordt een conclusie getrokken. Vaak staat het woordje 'dus' bij een conclusie. Een conclusie trekken gebeurt meestal aan het einde van de tekst, maar het kan ook aan het begin van de tekst.
Bij signaalwoorden van verklaring wordt er een uitspraak gedaan en daarna wordt deze uitspraak verklaard. Als je een uitspraak verklaart, leg je deze uitspraak uit. Een verklaring kan een reden, maar ook een oorzaak zijn. Bij een oorzaak hebben mensen niks te kiezen en zitten ze met de gevolgen opgescheept.