Les 2 / Woordenschat 4

Woordenschat 4
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Woordenschat 4

Slide 1 - Slide

Wat leer je vandaag?

  • Na deze les ken je de betekenis van 7 nieuwe (moeilijke) woorden (begrijpen).
  • Na deze les kun je deze woorden gebruiken in spraak en geschrift (gebruiken). 
  • We herhalen de woorden uit de vorige lessen.

Slide 2 - Slide

Ik ben zo boos! Mijn werkgever wil mijn salaris [ ... ]
A
Afstellen
B
Uitvoeren
C
Halveren

Slide 3 - Quiz

Welk woord hoort hier niet bij?
A
Vorderen
B
Buigen
C
Uitvoeren

Slide 4 - Quiz

Welk woord hoort hier bij?

Slide 5 - Open question

Wat hoort bij elkaar?
Hoe lang iets mee gaat
Daarna
Zonder
Component
Levensduur
Vervolgens
Exclusief
Weerstand

Slide 6 - Drag question

Bewerken
Effect
Kenmerk
Leerstof
Evenals
Component
Bruikbaar
Woorden van vandaag
Betekenis op de woordenlijst

Slide 7 - Slide


A
Bruikbaar
B
Bewerken

Slide 8 - Quiz

Een eigenschap waaraan je iets herkent.
A
Component
B
Kenmerk

Slide 9 - Quiz

Bij het opruimen kijk ik altijd welke spullen nog nuttig zijn om te gebruiken.

'Nuttig' kun je vervangen door:
A
Evenals
B
Bruikbaar

Slide 10 - Quiz

Ik hou al mijn inkomsten en uitgaven bij. Dat schrijf ik op in een:
A
Leerstof
B
Schema

Slide 11 - Quiz

Om een televisie te kunnen maken, heb je verschillende componenten nodig.

Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Het buigen van een leiding kun je bewerken noemen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz







Pak allemaal pen & papier !

Slide 14 - Slide

Schrijf op wat je hoort!

Slide 15 - Slide

Schrijf op wat je hoort!

Slide 16 - Slide

Schrijf op wat je hoort!

Slide 17 - Slide

Schrijf op wat je hoort!

Slide 18 - Slide

Schrijf op wat je hoort!

Slide 19 - Slide

Draai aan het rad!
Maak een goede zin met het woord.

Slide 20 - Slide

Wat  heb je vandaag geleerd?

  • 7 nieuwe (moeilijke) woorden ( je begrijpt ze).
  • Je kunt deze woorden nu gebruiken in spraak en geschrift. 

Slide 21 - Slide

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll