14.2 De huid en het onderhuidse bindweefsel

1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Insuline glucagon

Slide 2 - Slide

Insuline / Glucagon

Slide 3 - Slide

14.2. De huid en het onderhuidse bindweefsel

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
14.2.1 Je kunt de delen van de huid en van het onderhuidse bindweefsel noemen met hun kenmerken en functies.

14.2.2 Je kunt beschrijven hoe de lichaamstemperatuur min of meer constant wordt gehouden.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Aan de slag
Lezen 14.2 De huid en het onderhuids bindweefsel 
vanaf blz. 190 
Maak opdracht 1 t/m 7        3 alleen de namen


Slide 20 - Slide

De opperhuid bestaat uit:
A
Kiemlaag en onderhuids bindweefsel
B
Hoornlaag en onderhuids bindweefsel
C
Hoornlaag en Kiemlaag

Slide 21 - Quiz

Wat is geen taak van de huid?
A
Beschermen tegen UV stralen
B
Waarnemen van prikkels
C
Beschermen tegen uitdroging
D
Stevigheid

Slide 22 - Quiz

Welke huidlaag houdt verdamping van water uit je lichaam tegen?
A
hoornlaag
B
kiemlaag
C
lederhuid

Slide 23 - Quiz

In welk deel van het lichaam slaat een mens reservestof vooral op?
A
kiemlaag
B
lederhuid
C
in het onderhuidse bindweefsel
D
opperhuid

Slide 24 - Quiz

deze laag verschilfert en maakt pigment aan
dee laag isoleert en dient als stootkussen
hier bevinden zich de bloedvaten en zweetklieren
opperhuid
lederhuid
onderhuidsbindweefsel

Slide 25 - Drag question

Van welke huidlaag is het voedsel van de huisstofmijt afkomstig?
A
lederhuid
B
kiemlaag
C
hoornlaag

Slide 26 - Quiz

Geeft het lichaam meer of minder warmte af als de bloedvaten in de huid wijder worden?
A
meer
B
minder
C
hetzelfde

Slide 27 - Quiz

Welke hoort er niet tussen?
A
Ik krijg kippenvel
B
Spieren gaan trillen
C
Bloedvaten vernauwen
D
Ik ga zweten

Slide 28 - Quiz

Wat is de functie van talg vooral?
A
Het afvoeren van overtollige warmte.
B
Het beschermen tegen ultraviolet licht.
C
Het soepel houden van de huid en de haren.
D
Het zorgen voor een warmte-isolerende laag.

Slide 29 - Quiz

Wat is het verschil tussen
tastzintuigen en drukzintuigen
A
Tastzintuigen liggen vlak onder de kiemlaag in de lederhuid
B
Door de tastzintuigen kun je glad, ruw, hard waarnemen
C
Drukzintuigen liggen in de kiemlaag
D
Overal in de huid liggen evenveel tastzintuigen

Slide 30 - Quiz


Rowan is gevallen, hij heeft een niet bloedende schaafwond, welk(e) deel of delen van de huid is NIET beschadigd?
A
Alleen de hoornlaag niet.
B
Alleen de kiemlaag niet.
C
Alleen de lederhuid niet.
D
Alleen de hoornlaag en de kiemlaag niet.

Slide 31 - Quiz