Voortplantingsstelsel (herhaling)

Voortplantingsstelsel (herhaling)



Opleiding verpleegkunde
Leerjaar 1
J. Witte, MEd
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Voortplantingsstelsel (herhaling)



Opleiding verpleegkunde
Leerjaar 1
J. Witte, MEd

Slide 1 - Slide

Zaadcellen worden geproduceerd in de
A
epididymis
B
testes
C
glandula prostata
D
vesicae seminales

Slide 2 - Quiz

Zaadcellen worden bewaard tot een ejaculatie in de
A
epididymis
B
testes
C
glandula prostata
D
vesicae seminales

Slide 3 - Quiz

Tijdens seksuele opwinding sluit de/het........de uitgang van de blaas af
A
zwellichaam
B
scrotum
C
glandula prostata
D
ductus deferens

Slide 4 - Quiz

Deze organen voegen vocht toe aan de zaadcellen
A
glandula prostata + vesicae seminales
B
Glandula prostata + ureter
C
Vesica seminales + testes
D
Epididymis + ductus deferens

Slide 5 - Quiz

Hoeveel sperma bevat een ejaculaat doorgaans?
A
1 - 5 ml
B
5 - 10 ml
C
10 - 15 ml
D
15 - 20 ml

Slide 6 - Quiz

Een zaadcel dringt een eicel binnen m.b.v.
A
de zweepstaart
B
de mitochondriën
C
de celkern
D
het acrosoom

Slide 7 - Quiz

Het mannelijke geslachtshormoon is
A
oestrogeen
B
LH
C
FSH
D
testosteron

Slide 8 - Quiz

Een follikel rijpt in
A
de tuba uterina
B
het ovarium
C
uterus
D
cervix

Slide 9 - Quiz

De fertilisatie vindt plaats in
A
de tuba uterina
B
het ovarium
C
uterus
D
cervix

Slide 10 - Quiz

De nidatie vindt plaats in
A
de tuba uterina
B
het ovarium
C
uterus
D
cervix

Slide 11 - Quiz

In de .....bevindt zich een slijmprop die voor zaadcellen moeilijk doorgankelijk is
A
de tuba uterina
B
het ovarium
C
uterus
D
cervix

Slide 12 - Quiz

Een pas bevruchte eicel heet een
A
embryo
B
foetus
C
morula
D
zygote

Slide 13 - Quiz

Een bevruchte eicel die al talloze keren gedeeld is maar nog niet ingenesteld is, heet een
A
embryo
B
foetus
C
morula
D
zygote

Slide 14 - Quiz

Een ongeboren baby waarbij alle organen nog maar net aangelegd zijn heet een
A
embryo
B
foetus
C
morula
D
zygote

Slide 15 - Quiz

Het hormoon dat een ovulatie bevordert is
A
FSH
B
LH
C
Oestrogeen
D
Progesteron

Slide 16 - Quiz

Het hormoon dat de rijping van een follikel stimuleert is
A
FSH
B
LH
C
Oestrogeen
D
Progesteron

Slide 17 - Quiz

Het rijpende follikel produceert het hormoon
A
FSH
B
LH
C
Oestrogeen
D
Progesteron

Slide 18 - Quiz

Het hormoon dat het baarmoederslijmvlies intact houdt is
A
FSH
B
LH
C
Oestrogeen
D
Progesteron

Slide 19 - Quiz

De ovulatie vindt plaats rond dag ...... van de menstruatiecyclus
A
1
B
7
C
14
D
28

Slide 20 - Quiz

Een zaadcel leeft
A
1 dag
B
2-3 dagen
C
7 dagen
D
10 dagen

Slide 21 - Quiz

Een eicel leeft
A
1 dag
B
2-3 dagen
C
7 dagen
D
10 dagen

Slide 22 - Quiz

Een eicel doet er...dagen over om na de ovulatie naar de uterus te reizen
A
3
B
5
C
7
D
10

Slide 23 - Quiz