Frisdrank en saptechnologie - les 2

Les 2 - Grond- en hulpstoffen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Frisdrank en saptechnologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 2 - Grond- en hulpstoffen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning
  • Terugblik naar vorige week
  • Grond- en hulpstoffen en hun functie in frisdrank en vruchtensap
  • Proeven van suiker en zoetstoffen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Weekplanning
14-01: Grond- en hulpstoffen 
21-01: Grond- en hulpstoffen en hun functie
28-01: Bereiding appelsap
04-02: Bereiding appelsap + bereiding sapconcentraat
11-02: Productie frisdrank
25-02: Productie frisdrank
03-03: Kwaliteitsaspecten van het eindproduct
10-03: Toets

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Jij:
  • Kunt de grond- en hulpstoffen van frisdrank en vruchtsap benoemen
  • Kunt de functies van de grond- en hulpstoffen in frisdrank benoemen
  • Enkele kwaliteitskenmerken van een grondstof noemen;
  • Aangeven hoe de aanvoer van grondstoffen uit het buitenland verloopt;


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de grondstoffen van vruchtensap en frisdrank?

Slide 5 - Open question

Water
Vruchten
Suiker en andere zoetstoffen
Overig: Koolzuur, geur-, kleur- en smaakstoffen, anti-oxidanten, zuren
Suiker en andere zoetstoffen
  • Vroeger rietsuiker
  • Tegenwoordig bietsuiker (knolgewas)
  • Oogsten in oktober, november en december

Slide 6 - Slide

  • Vroeger rietsuiker
  • Tegenwoordig verwerking van suikerbiet (knolgewas, groeit in de grond)
  • Oktober, november, december oogsten
  • Hoeft niet direct te worden verwerkt, maar wel binnen enkele weken
Filmpje kijken, opdracht: Schrijf voor jezelf op welke stappen een suikerbiet ondergaat.

Slide 7 - Video

Filmpje kijken, opdracht: Schrijf voor jezelf op welke stappen een suikerbiet ondergaat.
Waar moet je op letten bij de suikeropslag?

Slide 8 - Open question

Vochtgehalte
Als het vochtgehalte te hoog is, krijg je klont vorming
Aandachtspunten
  • Let op grootte kristallen
  • Toevoeging als concentraat = diksap

Slide 9 - Slide

Grootte van de kristallen is erg belangrijk. Wanneer de kristallen te groot zijn, dan lossen ze minder snel op.

Kan ook worden toegevoegd als concentraat. Dit is suiker opgelost in water, zeer geconcentreerd (diksap). Dit lost sneller op.
Wat zijn zoetstoffen?

Slide 10 - Open question

Zoetstoffen zijn stoffen die een hoge zoetkracht hebben, ze hebben geen tot weinig energetische waarde
Zoetstoffen
  • Weinig nodig om dezelfde zoetheid te bereiken
  • Minder inname van energie
  • Sacharine, aspertaam, cyclamaat meest gebruikt
  • E-nummer

Slide 11 - Slide

  • Zoetstoffen worden weergegeven met een E-nummer. 
  • E-nummers worden gebruikt om hulpstoffen weer te geven op verpakkingen. 
  • E-nummers zijn Europees goedgekeurde hulpstoffen
Zoetstoffen hebben een hogere relatieve zoetkracht. Wat betekent een relatieve zoetkracht?

Slide 12 - Open question

De relatieve zoetkracht van een stof geeft aan hoe zoet een stof is. De zoetkracht van kristalsuiker is 100, hiermee worden de verschillende zoetkrachten vergeleken. Zoetstoffen hebben vaak een zoetkracht hoger dan 100.
Overige grond- en hulpstoffen
  • Koolzuur
  • Geur-, kleur- en smaakstoffen
            2 indelingen
  • Kleurstoffen
  • Anti-oxidanten

Slide 13 - Slide

Koolzuur: 
  • Kleurloos, zurig smakend gas
  • Zwaarder dan lucht --> hierdoor verdringt het koolzuur de lucht
  • Fles openen: Koolzuur ontsnapt in de vorm van bellen
  • Zorgt voor een frisse smaak
Geur- kleur, smaakstoffen:
  • 2 indelingen: Naar grondstof en naar herkomst
  • Herkomst:
  1. Natuurlijk
  2. Natuuridentiek (zelfde chemische samenstelling als natuurlijke grondstoffen, maar andere grondstoffen)
  3. Synthetisch (chemisch gemaakte stoffen)
Kleurstoffen:
  • Geven een aantrekkelijk uiterlijk
  • Beïnvloeden de smaak (psychologisch effect)
  • Natuurlijk en synthetisch
Anti-oxidanten
  • Smaakstoffen zijn gevoelig voor oxidatie
  • Toevoeging van anti-oxidanten zorgt voor het wegvangen van zuurstof, waardoor er geen aantasting is van de smaak
  • Vb: Ascorbinezuur (vitamine C)
Proeven van zoetstoffen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Jij:
  • Kunt de grond- en hulpstoffen van frisdrank en vruchtsap benoemen
  • Kunt de functies van de grond- en hulpstoffen in frisdrank benoemen
  • Enkele kwaliteitskenmerken van een grondstof noemen;
  • Aangeven hoe de aanvoer van grondstoffen uit het buitenland verloopt;


Slide 15 - Slide

This item has no instructions