Maak kennis met Aardappelsalade!

Maak kennis met Aardappelsalade!

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun jij: 1) de ingrediënten van aardappelsalade noemen, 2) de stappen beschrijven om aardappelsalade te maken, 3) de voedingswaarde van aardappelsalade benoemen.

Vertel de studenten wat ze aan het einde van de les zullen kunnen.

Wat weet je al over Aardappelsalade?

Ingrediënten

Aardappels, mayonaise, mosterd, zout, peper, azijn, suiker, paprika, ui en selderij.

Laat een afbeelding zien van de ingrediënten en vraag studenten om de namen van de ingrediënten te herhalen.

Stappen

1) Kook de aardappelen, 2) Meng mayonaise, mosterd, zout, peper, azijn, suiker, paprika, ui en selderij in een aparte kom, 3) Snijd de aardappelen in kleine stukjes, 4) Meng de aardappelen met de dressing, 5) Serveer koud.

Laat foto's zien van elke stap terwijl je de stappen bespreekt.

Voedingswaarde

Aardappelsalade bevat ongeveer 357 calorieën per portie. Het bevat ook 5,5 g eiwit, 29,4 g koolhydraten en 24,3 g vet.

Leg uit waarom het belangrijk is om te weten wat er in ons voedsel zit.

Geschiedenis

Aardappelsalade is ontstaan in Duitsland in de 17e eeuw en wordt sindsdien gegeten in veel delen van de wereld.

Vertel meer over de geschiedenis en oorsprong van aardappelsalade.

Varianten

Er zijn veel varianten van aardappelsalade, waaronder Duitse aardappelsalade, Amerikaanse aardappelsalade en Franse aardappelsalade.

Laat afbeeldingen zien van verschillende soorten aardappelsalade en vraag de studenten om de verschillen te benoemen.

Gezondheidsvoordelen

Aardappelsalade bevat vitamine C, vezels en kalium. Het kan ook helpen bij het verlagen van de bloeddruk en cholesterol.

Leg uit hoe het eten van aardappelsalade kan bijdragen aan een gezonde levensstijl.

Recept

Laat het recept van aardappelsalade zien en moedig studenten aan om het thuis te maken.

Zorg ervoor dat het recept duidelijk en gemakkelijk te volgen is.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.