Herhaling ZB en spelling BN (ww)

Herhaling ZB en spelling BN (ww)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling ZB en spelling BN (ww)

Slide 1 - Slide

Schrijf hier je naam en adres zoals het bovenaan de zakelijke brief moet

Slide 2 - Open question

Als je de brief schrijft op 1 april en je woont in Ouderkerk aan de Amstel, hoe schrijf je dan de dagtekening?

Slide 3 - Open question

Welke aanhef gebruik voor een brief naar mevrouw J. van den Berg?

Slide 4 - Open question

Hoe sluit je een zakelijke brief af?

Slide 5 - Open question

Benoem de eerste vijf onderdelen van de zakelijke brief

Slide 6 - Open question

Voorbereiding repetitie
- leer de briefconventies uit je hoofd (incl. volgorde)
- leer je aantekeningen
- leer taalverzorging H2 en H3 en de werkwoordspelling
- vergeet niet de theorie van De Brug Taalverzorging

LEER en OVERHOOR jezelf

Slide 7 - Slide

Hoe maak je de repetitie?
- neem de tijd om het goed te doen
- denk na voordat je iets opschrijft
- controleer wat je opschrijft op spelling en formulering
- maak geen onnodige fouten (hoofdletters, leestekens)
- lees de opdrachten nauwkeurig en doe wat er van je gevraagd wordt
- controleer je werk als je klaar bent

Slide 8 - Slide

Taalverzorging H3 spelling
Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord: altijd zo kort mogelijk!
   Het huis is verbouwd.       Het verbouwde huis
   De soep is gekruid.            De gekruide soep
   De vogel is opgezet.          De opgezette vogel
  De toren is verlicht.            De verlichte toren

Slide 9 - Slide

Het boek wordt gezocht.
Het .........(zoeken) boek

Slide 10 - Open question

Tom zijn ouders zijn gescheiden.
De .................(scheiden) ouders

Slide 11 - Open question

Ze besteedde veel aandacht aan haar werk.
De ........(besteden) aandacht

Slide 12 - Open question

Er was goede service geboden.
De ....... (bieden) service

Slide 13 - Open question

Voltooid deelwoord als BN
regel : altijd zo kort mogelijk
-> 1 d of 1 t
-> tenzij er dan een verkeerde uitspraak komt:
de opgezete vogel = de opgezette vogel

Slide 14 - Slide

Onvoltooid deelwoord als BN
onvoltooid deelwoord = werkwoord+d
mopperend, lachend, huilend, fietsend, zingend

zelfde regel: zo kort mogelijk (altijd 1 d)

De zingende man     Het lachende kind
De rijdende auto     De mopperende docent

Slide 15 - Slide

In magister staat
Repetitie Schrijven H3 - zakelijke brief + Taalverzorging H2 en H3 + werkwoordspelling

Leer de brief (aantekeningen + bladzijde 210?)
Leer de regels van de werkwoordspelling
Leer de theorie van Taalverzorging H2 en H3
Gebruik de theorie van De Brug Taalverzorging
OEFEN je werkwoordspelling!




Slide 16 - Slide