Les 4 B 4 Voedselverwerking

Startopdracht

Lezen in je leesboek



timer
1:00
1 / 55
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Startopdracht

Lezen in je leesboek



timer
1:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhalen B 1 t/m 3
  • B 4 Voedselverwerking
  • Instructie
  • Zelfstandig digitaal werken
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Starten...
Pak een Chromebook en log in in je digitale boek
  1. SOM
  2. Leermiddelen
  3. Biologie & verzorging voor jou 3de editie
  4. Thema 2 Voeding en vertering
  5. Maken basisstof 4 + test jezelf

Slide 3 - Slide

Alles wat je eet en drinkt noemen wij
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen

Slide 4 - Quiz

Welke van de onderstaande woorden zijn voorbeelden van voedingsstoffen?
A
Eiwitten, melk en koolhydraten
B
Eiwitten, zouten, koolhydraten
C
Eiwitten, water, cola
D
Melk, water, cola

Slide 5 - Quiz

Als voeding van zaden, bloemen of vruchten is gemaakt hoe noemen we dit dan?
_________________ voedingsmiddelen

Slide 6 - Open question

Voorbeelden van dierlijke voedingsmiddelen zijn
A
Melk, Boter, Mais
B
Melk, Kaas, Paprika
C
Boter, kaas, eieren
D
Vlees, Mais, Boter

Slide 7 - Quiz

Welke stof helpt bij de vertering, maar verteert zelf niet?
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsvezels

Slide 8 - Quiz

Welke functies hebben de verschillende voedingsstoffen?
A
Bouwstof, brandstof en bewaarstof
B
Bouwstof, vuurstof, reservestof
C
Bouwstof, opslagstof, reservestof
D
Bouwstof, beschermende stof, reservestof

Slide 9 - Quiz

Wat is de voornaamste bouwstof
van spieren?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Koolhydraten
D
Mineralen

Slide 10 - Quiz

Koolhydraten zijn ook wel
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof

Slide 11 - Quiz

Wat zijn de functies van vitaminen & mineralen?
A
Brandstof
B
Beschermende stof
C
Bouwstof
D
Reservestof

Slide 12 - Quiz

Wat zijn koolhydraten?

1. Reservestof
2. Bouwstof
3. Brandstof
4. Beschermende stof




A
1, 2 en 3
B
1, 3 en 4
C
2, 3 en 4
D
1, 2 en 4

Slide 13 - Quiz

Wat zijn vetten?

1. Reservestof
2. Bouwstof
3. Brandstof
4. Beschermende stof




A
1, 2 en 3
B
1, 3 en 4
C
2, 3 en 4
D
1, 2 en 4

Slide 14 - Quiz

Wat zijn vitaminen?

1. Reservestof
2. Bouwstof
3. Brandstof
4. Beschermende stof




A
1 en 2
B
2 en 4
C
2 en 3
D
1, 2 en 3

Slide 15 - Quiz

Wat zijn mineralen?

1. Reservestof
2. Bouwstof
3. Brandstof
4. Beschermende stof




A
1 en 2
B
2 en 4
C
2 en 3
D
1, 2 en 3

Slide 16 - Quiz

Wat zijn eiwitten?

1. Reservestof
2. Bouwstof
3. Brandstof
4. Beschermende stof




A
1 en 2
B
2 en 4
C
2 en 3
D
1, 2 en 3

Slide 17 - Quiz


Wanneer word je dikker van suiker?
A
Als je de suiker als reservestof gebruikt
B
Als je de suiker als brandstof gebruikt
C
Als je de suiker als bouwstof gebruikt
D
Je wordt altijd dikker van suiker als je dat eet

Slide 18 - Quiz

wat helpt je om gezond en gevarieerd te eten
A
schijf van vijf
B
de schijf van vier
C
de schijf van gezond eten
D
reclame spotje op tv

Slide 19 - Quiz

De eenheid om energie aan te geven is
A
meter
B
joule
C
calorie
D
gram

Slide 20 - Quiz

één calorie is evenveel als:
A
3,2 joule
B
2,4 joule
C
4,2 joule
D
3 joule

Slide 21 - Quiz

De eetstoornis waarbij men te zwaar is noemen we:
A
Anorexia Nervosa
B
Obesitas
C
Binge eating disorder (BED)
D
Boulimia nervosa

Slide 22 - Quiz

Bij welke eetstoornis heb je last van vreetbuien?
A
anorexia
B
boulimia

Slide 23 - Quiz

B 4 Voedselverwerking

Slide 24 - Slide

Samengestelde producten= voedingsmiddelen die zijn samengesteld uit verschillende grondstoffen
bijvoorbeeld tomatensoep
Ingredienten= water, vlees, tomaten

Slide 25 - Slide

Waar komt onze voeding vandaan?
  • Landbouw = akkerbouw, veeteelt, tuinbouw
  • akkerbouw+ tuinbouw---> voedingsgewassen
  • veeteelt-----> dieren
  • visserij-----> vissen ( schelp-en schaaldieren)

Slide 26 - Slide

Voedingsmiddelenindustrie
Belangrijk omdat:
Besmetting door bacteriën en schimmels voorkomen
  • houden aan regels voedsel hygiëne
  • speciale kleding dragen




Slide 27 - Slide


Behandelen zodat het niet bederft

Slide 28 - Slide

Conserveermiddelen
Bacterien en schimmels kunnen hier niet tegen!

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Hulpstoffen (additieven) 
  • Natuurlijke hulpstoffen= afkomstig van planten en dieren
bv rode biet en karmijnzuur
  • Kunstmatige hulpstoffen= in de fabriek gemaakt
  • Veilige hulpstoffen hebben een E-nummer
Kleurstoffen (uiterlijk)
Smaakstoffen (smaak)
Conserveermiddelen (houdbaarheid) 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

0

Slide 33 - Video

Lees B 4 en maak de opdrachten digitaal op je Chromebook
timer
1:00

Slide 34 - Slide

timer
10:00

Slide 35 - Slide

B 5 Voedselbereiding

Slide 36 - Slide

Waarom bereiden wij voeding?
A
Zodat voedsel beter verteerd kan worden
B
Door eten verhitten worden bacteriën en schimmels gedood
C
Omdat warm eten lekkerder is
D
Zodat voedingsvezels worden opgenomen in ons lichaam

Slide 37 - Quiz

Welke manieren van voedselbereiding ken je?

Slide 38 - Mind map

Waarom bereiden wij voeding?
  • 1. Beter verteren ( groenten)

  • 2. Eiwitten moeten worden omgezet in een vorm die het lichaam kan gebruiken ( vlees)

  • 3. Door voeding te verhitten gaan bacterien en schimmels dood

Slide 39 - Slide

0

Slide 40 - Video

Verschillende manieren van bereiden
  • koken
  • bakken
  • frituren
  • blancheren ( filmpje)
  • stomen ( filmpje)
  • braden
  • smoren/stoven
  • roerbakken (wokken)

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Link

Slide 43 - Link

0

Slide 44 - Video

0

Slide 45 - Video

Welke manieren van voedselbereiding ken je?

Slide 46 - Mind map

Lees B 5 en maak de opdrachten digitaal op je Chromebook

Slide 47 - Slide

Test jezelf....
Ga naar LessonUp en log in met de pincode
...................

Slide 48 - Slide

Hoe kun je voedsel conserveren ? Welk woord hoort er niet bij ?
A
drogen
B
frituren
C
vacuum
D
invriezen

Slide 49 - Quiz

Wat is geen conserveermiddel?
A
suiker
B
water
C
zuur
D
zout

Slide 50 - Quiz

Wat zijn hulpstoffen?
A
middelen die worden toegevoegd om voedingsmiddelen niet te laten bederven
B
middelen die worden toegevoegd om ze langer houdbaar of aantrekkelijk te maken
C
middelen die worden toegevoegd om bacteriën te doden

Slide 51 - Quiz

Wat zijn E-nummers?
A
nummers van de 6 voedingsstoffen
B
nummers waar je veel Energie van krijgt
C
nummers voor hulpstoffen die door de EU veilig zijn bevonden

Slide 52 - Quiz

Wat zijn de voordelen van het bereiden van voedsel?
A
De celwanden van planten worden alvast een beetje stuk gemaakt
B
Eiwitten in vlees worden omgezet in eiwitten die het lichaam kan gebruiken
C
Door verhitting worden bacteriën en schimmels gedood
D
alle drie zijn goed

Slide 53 - Quiz

Ben je klaar?

  • Maak de Test jezelf opdrachten van B 1 t/m 5 digitaal
  • Noteer in je schrift de woorden die je nog lastig vindt met hun betekenis erachter

Slide 54 - Slide

Opruimen

  1. Ruim je werkplek op
  2. Kijk om je heen en ruim rommel (op de grond) op
  3. TOT DE VOLGENDE KEER......

Slide 55 - Slide