2. Maritus uxorem laesit quoniam
illius sententiam peiorem putat quam
suam, at
haec censuit
illius sententiam paene similem esse
suae. Praeterea sententiam
hanc et
illam posse coniungi.
De man verwijt zijn vrouw omdat hij meent dat haar mening slechter is dan zijn eigen/de zijne, maar zij vindt dat zijn mening praktisch gelijk is aan de haar eigen/ de hare en dat deze/de ene (van haar) en die/de andere (van hem) bovendien kunnen samengaan/verenigd kunnen worden.