Paragraaf 3.4: Planten

Welkom allemaal!
Let op de volgende punten:
  • Pak je laptop erbij (lesson up app)
  • Eventueel schrift en pen voor aantekeningen
  • Geen mobiel

Mooi! Dan gaan we beginnen!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom allemaal!
Let op de volgende punten:
  • Pak je laptop erbij (lesson up app)
  • Eventueel schrift en pen voor aantekeningen
  • Geen mobiel

Mooi! Dan gaan we beginnen!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Korte herhaling 3.3
  • Klassikaal leerstof 3.4
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting



Slide 2 - Slide

Wat voor symmetrie?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Niet symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch
D
Geen van allen

Slide 3 - Quiz

Wat voor skelet heeft een mossel?
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet
D
Iel! mosselen

Slide 4 - Quiz


A
Spinachtigen
B
Kreeftachtigen
C
Veelpotigen
D
Insecten

Slide 5 - Quiz


A
Vis
B
Reptiel
C
Zoogdier
D
Amfibie

Slide 6 - Quiz

Tot welke stam behoort de zeeanemoon?
A
Geleedpotigen
B
Gewervelden
C
Neteldieren
D
Weekdieren

Slide 7 - Quiz

Paragraaf 3.4: Planten

Slide 8 - Slide

Wat ga je leren?

8. Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren

9. Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten

Slide 9 - Slide

Indeling van planten
3 kenmerken:

1. Soort bladgroenkorrels
2. Bouw van de plant
3. Manier van voortplanten

Slide 10 - Slide

8 stammen

Slide 11 - Slide

Vaatplanten
Vaten voor transport van stoffen 

  • wortels, stengels en bladeren
  • Voortplanting met zaden of sporen

Slide 12 - Slide

Sporen (enkelvoud: spore)

= een cel waaruit een nieuwe plant kan ontstaan

Slide 13 - Slide

Sporenplanten
  • wortels, stengels en bladeren

  • Geen bloemen

  • Planten zich voor met sporen:
  1. Sporenvormende orgaantjes
  2. Sporenhoopjes
  3. Sporendoosje

Slide 14 - Slide

Zaadplanten
  • wortels, stengels, bladeren en bloemen
  • Voortplant door middel van zaden (ontstaan in de bloemen) 

Slide 15 - Slide

Wieren (Algen)
  • Meeste wieren groeien in water
  • Geen wortels of stengels
  • Geen bladeren of bloemen
  • Voortplanten door sporen of eencellige wieren door middel van deling 

Slide 16 - Slide

Groenwieren

= eencellige of meercellige organismen met bladgroenkorrels

Slide 17 - Slide

Welke is een sporenplant?
A
Roos
B
Varen
C
Tulp
D
Gras

Slide 18 - Quiz

Welke is een zaadplant?
A
Zonnebloem
B
Mos
C
Varen
D
Paardenstaart

Slide 19 - Quiz

Welke is een sporenplant?
A
Roos
B
Zonnebloem
C
Kersenboom
D
Mos

Slide 20 - Quiz

Waarin ontstaan de sporen van een mos?
A
In de bloem
B
In sporendoosjes
C
In sporenhoedjes
D
In sporenhoopjes

Slide 21 - Quiz

Waarin ontstaan de sporen van een varen?
A
In de bloem
B
In sporendoosjes
C
In sporenhoedjes
D
In sporenhoopjes

Slide 22 - Quiz

Zelfstandig
Maak paragraaf 3.4
Opdracht 1 t/m 3

10 minuten


Slide 23 - Slide

Afsluiting:
  • Zijn er nog vragen?
  • Zorg dat je laptop is opgeladen voor de volgende les

Slide 24 - Slide

Tot slot:
Schuif je stoel aan
en
Ruim je afval op


Tot de volgende les!

Slide 25 - Slide