Aan het eind van de les weet je hoe je de verleden tijd van zwakke werkwoorden (klankvaste werkwoorden) kunt vormen.
Ook weet je hoe je een voltooid dw moet schrijven.
This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
tijd:
ik vorm + de
voltooid dw
tenzij je het verkeerd kunt uitspreken
meervoud zelfstandige naamwoorden
klemtoon op laatste lettergreep -ie- -> ën achter het woord
melodie-> melodieën
politicus- politici
academicus- academici
dans/dansje schaar/schaartje
boom/boompje woning/woninkje hobby/ hobby'tje
jongen/ jongetje
gezin/gezinnetje
blad/blaadje
bril/brilletje
verzameling/verzamelingetje