Het onregelmatige werkwoord op -re.
décrire (beschrijven)
présent
Je décris (Ik beschrijf)
Tu décris (Jij beschrijft)
il/ elle/ on décrit (Hij/zij beschrijft)
nous décrivons (Wij beschrijven)
Vous décrivez (Jullie beschrijven)
Ils/ elles décrivent (Zij beschrijven)