Wat:
Ga verder met opdracht 3 (blz. 207)
Hoe:
Je mag samenwerken met je buurman of buurvrouw als je naast iemand zit.
Klaar:
Ga verder met opdrachten 2 t/m 6.
Opdrachten 4, 5 en 6 (vraag 1) mag je in je boek maken. Opdracht 6 - vraag 2 maak je in je schrift.
Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht
rood: stil!
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau
Voor deze opdracht overleg je zachtjes met je buurman of buurvrouw.
groen: fluisterniveau
Kom je er zelf echt niet uit overleg dan met je buurman/buurvrouw of vraag het de docent .