Les 2: zn en lw

Wat gaan we doen?
- Uitleg
- Aan de slag
- Bespreken
- Huiswerk en afsluiting


1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
- Uitleg
- Aan de slag
- Bespreken
- Huiswerk en afsluiting


Slide 1 - Slide

Lesdoel
  • Je kunt de volgende woordsoorten benoemen: zelfstandig naamwoord en lidwoord. 

Slide 2 - Slide

Woordsoorten
Elk woord hoort bij een bepaalde woordsoort.


Ik loop naar school.
Ik =                                loop =
naar =                          school =


Slide 3 - Slide

Zelfstandig naamwoord (zn)
zn -> een woord voor een mens, dier, plant, ding of gevoel
(jongen, hond, narcis, tafel, blijheid)

  • Je kunt er vaak de, het of een voor zetten

Slide 4 - Slide

Zelfstandig naamwoord (zn)
Een eigennaam is ook een zn.

Bijvoorbeeld:
Jeroen, Groningen, Excelsior, Maas, Melissa 

Slide 5 - Slide

Lidwoord (lw)
lw -> de, het, een

  • Hoort bij een zn

  • De slager sneed het stuk vlees met een mes. 

Slide 6 - Slide

Bepaald of onbepaald 
Bepaald lidwoord (blw) -> de, het
Onbepaald lidwoord (olw) -> een

  • De slager sneed het stuk vlees met een mes. 
  1. de = blw
  2. het = blw
  3. een = olw

Slide 7 - Slide

Aan de slag
Wat: Opdracht 1, 2 en 6 (blz. 56 en 57)      
Hulp: Steek je hand op via Teams
Tijd: 10 minuten

Klaar?: Huiswerk voor een ander vak






Slide 8 - Slide

Bespreken
Opdracht 1 en 2 (blz. 56 en 57)

Slide 9 - Slide

Aan de slag
Wat: Opdracht 1, 2 en 6 (blz. 56 en 57) 
Hoe: Zelfstandig 
Hulp: Steek je hand op of vraag het aan degene die naast je zit
Tijd: Tot het einde van de les

Klaar?: Huiswerk voor een ander vak


Slide 10 - Slide

Lesdoel
  • Je kunt de volgende woordsoorten benoemen: zelfstandig naamwoord en lidwoord. 

Slide 11 - Slide

Huiswerk
- Leren: Theorie op blz. 56
- Maken: Opdracht 1, 2 en 6 (blz. 56 en 57)  
- Meenemen: Een leesboek




Slide 12 - Slide