1) Bij een adempauze (lange zin)
2) Voor een voegwoord (maar-want-omdat)
3) Bij een opsomming (Ik ga tennissen, voetballen, softballen..)
4) Bij een toevoeging (Mijn moeder, 40 jaar oud, is erg mooi.)
5) Bij een uitroep/Als je iemand roept (Ach, wil jij...Luuk, kom!)