4.2 Organismen ordenen

4.2 Organismen ordenen 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

4.2 Organismen ordenen 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Indeling groepen
Indeling organismen in kleinere groepen

Door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken kun je organismen verder indelen in steeds kleinere groepen. 

Slide 15 - Slide

Indeling organismen in steeds kleinere groepen
We delen het dier van de foto in in de juiste groep.

Rijk: Dieren

Stammen: Gewervelden

Klassen: zoogdieren

Orden: roofdieren

Families: katachtigen

Geslachten: panters

Soorten: luipaard

Slide 16 - Slide

1. Dit rijk heeft geen kern
2. Dit rijk heeft bladgroenkorrels
A
1. bacteriën 2. planten
B
1. schimmels 2. bacteriën
C
1. bacteriën 2. schimmels
D
1. schimmels 2. planten

Slide 17 - Quiz

Wat is geen rijk ?
A
Planten
B
Bacterien
C
Zoogdieren
D
Schimmels

Slide 18 - Quiz

1. Dit rijk heeft geen celwand
2. Dit rijk heeft geen kern
A
1. Schimmels 2. dieren
B
1. Dieren 2. bacteriën
C
1. Dieren 2. Schimmels
D
1. Schimmels 2. Bacteriën

Slide 19 - Quiz

Welke beweringen zijn juist?
1. De cellen van schimmels hebben een celkern
2. Om de cellen van schimmels bevinden zich celwanden
A
1
B
2
C
1 en 2
D
geen één

Slide 20 - Quiz

Zet in goede volgorde:
Klasse - Orde - Familie - Geslacht
A
Geslacht - Klasse - Familie - Orde
B
Klasse - Geslacht - Orde - Familie
C
Klasse - Orde - Familie - Geslacht
D
Orde - Klasse - Familie - Geslacht

Slide 21 - Quiz

naam voor eencellige organismen
zonder celkern,
omgeven door een celwand
zonder bladgroenkorrels
A
plantencel
B
schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel

Slide 22 - Quiz

Van wie is welke cel?
Dier
Schimmel
Bacterie
Plant

Slide 23 - Drag question

- ja, een celkern
- ja, een celwand
- ja, bladgroenkorrels
A
bacterie
B
schimmel
C
plant
D
dier

Slide 24 - Quiz


Wat is waar?
A
Cel 1: plantaardige cel Cel 2: dierlijke cel
B
Cel 1: Bacterie Cel 2: dierlijke cel
C
Cel 1: dierlijke cel Cel 2: plantaardige cel
D
Cel 1: Schimmelcel Cel 2: plantaardige cel

Slide 25 - Quiz


De cellen van dit organisme hebben
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern -GEEN celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 26 - Quiz

Aan de slag!
Thema 4, t/m basisstof 2 maken
Alles behalve de plus-opdrachten

Verslag
Lever je verslag (PD) in.

Experts
Maken ook de plus-opdrachten / Samenhang

Klaar?
- Alles nagekeken?
- Werken aan PD veldwerk
- Door naar de volgende lesson-up


Slide 27 - Slide