Werkwoordspelling tegenwoordige tijd en verleden tijd (zwakke werkwoorden)
1 / 31
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
... (Stoten, tt) jij je
kleine teen tegen de stoelpoot?
kleine teen tegen de stoelpoot?
Slide 2 - Open question
Gisteren ... (raden. vt) ik het goede getal en daarom mocht ik het snoepje hebben
Slide 3 - Open question
Gisteren ..... (bakken, vt) Jet en Mila
samen een heerlijke appeltaart
samen een heerlijke appeltaart
Slide 4 - Open question
Mijn moeder ... (meten, tt)
hoe lang ik was met een meetlat langs de deurpost
hoe lang ik was met een meetlat langs de deurpost
Slide 5 - Open question
De schilder ... (verven, tt)
alle kozijnen rood
alle kozijnen rood
Slide 6 - Open question
Vorig jaar ... (schoppen, vt)
ik mijn zusje regelmatig als ik boos was.
ik mijn zusje regelmatig als ik boos was.
Slide 7 - Open question
Gisteren ..... (vloggen, vt) Monica en Enzo
over hun dagje uit samen
over hun dagje uit samen
Slide 8 - Open question
In de zomer .... (branden, tt)
er een vreugdevuur op het strand
er een vreugdevuur op het strand
Slide 9 - Open question
De jongens .... (praten, vt) gisteren
aan één stuk door aan tafel over de wedstrijd
aan één stuk door aan tafel over de wedstrijd
Slide 10 - Open question
Vorige week tijdens de toets
.... (verfrommelen, vt) ik dat spiekbriefje snel om niet betrapt te worden
.... (verfrommelen, vt) ik dat spiekbriefje snel om niet betrapt te worden
Slide 11 - Open question
In de lente ..... (paren) het vogelstel
in dat vogelhuisje
in dat vogelhuisje
Slide 12 - Open question
Tom... (boffen, tt) enorm als
hij een ijsje krijgt van zijn oma
hij een ijsje krijgt van zijn oma
Slide 13 - Open question
De bakker .... (kneden, tt)
het deeg voor het brood.
het deeg voor het brood.
Slide 14 - Open question
Vorige week ... (verrassen, vt) mijn vader
mijn moeder met een bos bloemen.
mijn moeder met een bos bloemen.
Slide 15 - Open question
Vorig jaar .... (verloten, vt) mijn opa
zijn muntenverzameling onder
zijn kleinkinderen
zijn muntenverzameling onder
zijn kleinkinderen
Slide 16 - Open question
Vroeger ... (roken, vt) de mensen
veel vaker sigaretten dan tegenwoordig
veel vaker sigaretten dan tegenwoordig
Slide 17 - Open question
Vorige maand .... (waden, vt) wij
met zijn allen door de ondiepe sloot naar de overkant
met zijn allen door de ondiepe sloot naar de overkant
Slide 18 - Open question
Gisteren .... (krabben, vt) Mia op haar hoofd omdat ze luizen had
Slide 19 - Open question
Gisteren .... (vrezen, vt) Eric voor zijn leven
Slide 20 - Open question
Ik .... (blozen, vt) gisteren helemaal
toen die leuke jongen hallo tegen me zei
toen die leuke jongen hallo tegen me zei
Slide 21 - Open question
.... (zetten, vt) jij vorige week de les Wiskunde op zijn kop?
Slide 22 - Open question
Vorig jaar .... (kaarten, vt) wij
elke vrijdagavond samen.
elke vrijdagavond samen.
Slide 23 - Open question
Vorige week ... (baren, vt) mijn tante
een jongen en een meisje!
een jongen en een meisje!
Slide 24 - Open question
De bakker .... (kneden, vt)
het deeg voor het brood.
het deeg voor het brood.
Slide 25 - Open question
Mijn vader ... (verrassen, tt)
mijn moeder elke week met een bos bloemen.
mijn moeder elke week met een bos bloemen.
Slide 26 - Open question
Jelle .... (waden, tt) door de ondiepe sloot naar de overkant
Slide 27 - Open question
.... (Blozen, tt) jij helemaal
als die leuke jongen hallo tegen je zegt?
als die leuke jongen hallo tegen je zegt?
Slide 28 - Open question
In 2022 ... (willen, tt) mijn oom mijn oudste neef naar Berlijn brengen.
Slide 29 - Open question
Die oude kast ... (zullen, vt) zeker een nieuw verfje kunnen gebruiken.
Slide 30 - Open question
De vrouw ... (hebben, tt) vanmorgen alle kinderen een sticker laten uitzoeken.
