cl39_deutsch

Montag, den 8 Juni 2020
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Montag, den 8 Juni 2020

Slide 1 - Slide

Wanneer welke naamval?
1e naamval
3e naamval
4e naamval

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

KEUZEVOORZETSELS - Beknopte uitleg
Keuzevoorzetsels gaan soms met de 3de en soms met de 4de naamval.

#3de naamval: als er een plaats of tijd wordt aangegeven!

#4de naamval: als er een beweging ergens naar toe wordt aangegeven.

LET OP!

# De tijd van het werkwoord heeft geen invloed op de beslissing.

#Als je geen beslissing kunt nemen, dan gaan "auf" en "über" met de 4de naamval en de andere keuzevoorzetsels met de 3de naamval.

# "über" in de betekenis "over" gaat altijd met de 4de naamval.

Slide 4 - Slide

achter het gordijn staan 
op de bank gaan zitten

in de hoek gooien 
op het strand liggen 
de kamer in lopen 
in de bus stappen 
in het zwembad zwemmen

Slide 5 - Drag question

Auf (de) Tisch (m) steht eine schöne Vase.
A
der
B
die
C
dem
D
das

Slide 6 - Quiz

Wir standen an (de) Ufer (o).
A
der
B
die
C
dem
D
das

Slide 7 - Quiz

Und wir blickten über (het)Wasser (o).
A
der
B
die
C
dem
D
das

Slide 8 - Quiz

Er fuhr den Wagen in (de) Garage (v).
A
der
B
die
C
dem
D
das

Slide 9 - Quiz

Die Kinder spielen auf (het) Wiese (v).
A
der
B
die
C
dem
D
das

Slide 10 - Quiz

Zwischen (de) Zeitungen (mv) fand ich
einen Tausendeuroschein.
A
der
B
die
C
dem
D
den

Slide 11 - Quiz

Meine Eltern wohnen über (een) Geschäft (o).
A
ein
B
einem
C
eine
D
einen

Slide 12 - Quiz

In (de) Sommer (m) geht er immer nach Spanien.
A
der
B
den
C
dem
D
die

Slide 13 - Quiz

This video is no longer available
Welke video was dit?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide