Week 15

English
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

English

Slide 1 - Slide

To Do:

  • Lesson 1: Theme 3H + 3K
  • Lesson 2: Theme 3: Test Yourself + Grammar
  • Lesson 3: Theme 4A + 4B

Slide 2 - Slide

Aims
- Je kunt informatie uit een tekst halen door intensief te lezen.
-Je kunt both, each, all, every en none correct gebruiken.
-Je kunt de present perfect en de past simple correct gebruiken.
-Je kunt de juiste samenvatting bij een video kiezen.
- Je kunt een gatentekst bij een luisterfragment maken.
- Je kent de Theme Words van Theme 4B.

Slide 3 - Slide

Lesson 1: Law & Order

Slide 4 - Slide

Previous Lesson
SO Theme 3: Theme Words B-D-I + Stone 7




Slide 5 - Slide

3K: Watching
Wat:
Exercise 27: lees de twee samenvattingen goed door en  kijk vervolgens naar Detective in a play. Kruis de juiste samenvatting aan.
Hoe: klassikaal kijken en zelfstandig antwoorden noteren.


Slide 6 - Slide

3H: Reading
Wat:
Exercise 18: bekijk de tekst op p. 36 (textbook), maar lees de tekst nog niet. Beantwoord vraag 1-6 in het Nederlands.
Exercise 19: lees de tekst op p. 36 (textbook) en vul het schema in. Noem voor elk onderdeel van het museum 2 dingen die de auteur leuk vond en niet leuk vond.
Exercise 20: lees de tekst nogmaals en beantwoord vraag 1-6.
Hoe: zelfstandig, fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.
Uitkomst: we gaan de antwoorden de komende les nakijken.


Slide 7 - Slide

Homework
Maak exercise 18-19-20 p. 60-61 Activity Book A


Slide 8 - Slide

Lesson 2: Law & Order

Slide 9 - Slide

Previous Lesson
3K: Watching
3H: Reading - Exercise 18-19-20 on p. 60-61 Activity Book A

Slide 10 - Slide

Grammar: Present Perfect
Vorm:
have/has + voltooid deelwoord

voltooid deelwoord
regelmatige werkwoorden: ww+ -ed  => visited
onregelmatige werkwoorden: eigen vorm => p.145

Slide 11 - Slide

Present Perfect ( Voltooid tegenwoordige tijd)
Gebruik:
-om te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog steeds aan de gang is
-om te praten over ervaringen tot nu toe
-om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd waar je nu het resultaat van merkt

She has lived in London since 2016.
I have visited Italy many times.
My TV has broken down, so I can't watch the show tonight.

Slide 12 - Slide

Past Simple of Present Perfect?
1. Is het op dit moment nog aan de gang?
Ja => present perfect (have/hase + voltooid deelwoord)
Nee => vraag 2

2. Gaat het om ervaringen tot nu toe?
Ja => present perfect
Nee => vraag 3

3. Is het resultaat van de actie nu merkbaar?
Ja => present perfect
Nee => past simple

Slide 13 - Slide

Grammar
I saw both children go to school.     = beide/allebei
                                                                           2 dingen, personen, dieren


She wore bracelets on each arm.   =  elk/elke
                                                                           2 of meer dingen, personen, dieren


All countries have a flag.                       = alle/allemaal
Josh plays football every Monday    = iedere
None of the prisoners could escape. = (geen/niet een)
                                                                                3 of meer dingen, personen, dieren.




Slide 14 - Slide

Grammar: Test Yourself
Wat:
Exercise 2: omcirkel de juiste werkwoordsvormen (past simple/present perfect) p. 67
Exercise 3: vul de juiste woorden in. Je mag de woorden meerdere keren gebruiken. p. 68
Exercise 17: maak de Fact File af met de past simple/present perfect. p. 84
Exercise 18: kruis de juiste woorden aan. p. 85
Hoe: zelfstandig, fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.
Uitkomst: we gaan de antwoorden over 20 minuten nakijken.
Klaar: Schrijf 5 zinnen in het Engels over jezelf. Je moet de past simple en de
             present perfect  (=verleden tijd) gebruiken. Je kunt bijv. schrijven over vakanties in het                        verleden, films/series die je tot nu toe hebt gezien, sporten die je (hebt) beoefend e.d.

timer
20:00

Slide 15 - Slide

Answers Exercise 2

1 went
2 hasn't eaten
3 worked
4 went
5 haven't met
6 I have never worked
7 played
8 fed

Answers Exercise 3

1 every- each
2 both
3 All
4 None
5 None
6 Every- Each
7 both
8 Every


Slide 16 - Slide

Answers Exercise 17



four years ago -    moved to New York
in 2015 -     caught a gang of robbers
since January 2016  - has been in Murder Investigation Squad
never -     has caught a murderer
at 9 o’clock this morning -   questioned a witness
already - has written a report

Slide 17 - Slide

Answers Exercise 18



1  Both 
2  Each
3  every
4 each 
5 All 
6 none


Slide 18 - Slide

Homework
Neem volgende les het Textbook en Activity Book B mee.

Schrijf 5 zinnen in het Engels over jezelf. Je moet de past simple en de present perfect (=verleden tijd) gebruiken. Je kunt bijv. schrijven over vakanties in het verleden, films/series die je tot nu toe hebt gezien, sporten die je (hebt) beoefend e.d.

Slide 19 - Slide

Lesson 3:

Slide 20 - Slide

After School

Slide 21 - Mind map

4A: Listening


Exercise 2
Gatentekst: let bij het kiezen van het juiste woord goed op de context; wat past het beste in de zin en bij de rest van de tekst.

Lees de woorden goed door, voordat je gaat luisteren! Luister dan naar Who needes a bass player en kies de juiste woorden.


Slide 22 - Slide

Answers Exercise 2
1 A
2 B
3 B
4 A
5 A
6 B

Slide 23 - Slide

4B: Theme Words
Wat:
Exercise 1: lees de tekst op p. 64 (textbook). Combineer dan de zinnen met de afbeeldingen op p. 6 ( Activity Book B)
Exercise 3: zet de letters in de juiste volgorde om woorden te maken. Schrijf daarna de Nederlandse vertalingen op.
Exercise 4: vul de juiste Theme Words in om de zinnen af te maken.
Hoe: zelfstandig, fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.
Uitkomst: we gaan de antwoorden over 15 minuten nakijken.
Klaar: leer de woorden van A& B op p. 73 (Textbook)

timer
15:00

Slide 24 - Slide

Homework
Finish exercise 3-4 on p. 7 Activity Book B

Slide 25 - Slide