Lees onderstaande tekst en beantwoord daarna vraag 5:
In 1617 wordt de Duytsche Academie opgericht. Deze rederijkerskamer stel zich ten doel de kwaliteit van het toneel te verbeteren en onderwijs in de Nederlandse taal te bevorderen. Een van de leden is Gerbrand Adriaensz. Bredero (1585-1618), die veel succes heeft met het schrijven van blijspelen en kluchten. In zijn populaire blijspel Spaanschen Brabander waarschuwt hij het publiek voor lichtgelovigheid. In het stuk doet een Antwerpenaar zich voor als de Spaanse edelman Jerolimo en iedereen gelooft hem. De amsterdammer Robbeknol wordt zelfs zijn knecht. Aan het einde van het stuk blijkt alles een leugen en laat de plots vertrokken Jerolimo overal schulden na.