Revision Grammar CH 3 - Adjectives & Adverbs

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welcome!

Please have a seat.

 Get your books, pen and notebook. 

Today's planning:

Today's schedule:

• Warming-up
• Revision on adjectives and adverbs
• Practice with this grammar topic
• Checking answers
• Time for questions
• End of class

Lesson goal

• At the end of this class you know the difference in use between adjectives and adverbs.
• At the end of this class you know how to form adverbs from adjectives.
• At the end of this class you can use adjectives to describe a person, animal or object.
• At the end of this class you can use adverbs to describe an action, adjectives or adverb

Adjectives

Adverbs

Beautiful

Beautifully

Crisp

Adorable

Well

Good

Happy

Happily

Adorably

Automatic

Automatically

Very

The door _____ opens

She is wearing a ______ dress.

The car ______ drives up the hill

He sings ________

It is ________ one o'clock

Automatically

Beautifully

Slowly

Beautiful

Exactly

Grammar notes:

Take out your notebook and pen. 

Adjectives & Adverbs

ADJECTIVES

Bijvoeglijk naamwoord

ADJECTIVES: bijvoeglijk nmw

Zegt iets over een noun = een zelfstandig naamwoord. Je kunt hierbij de 'wat' vraag stellen.

ADJECTIVES:

• An awful song.
• The song was awful. (na het werkwoord 'to be')
• That tastes awful. (na werkwoorden die te maken hebben met zintuigen - to taste, to feel, to sound, etc.)
  

ADVERBS: bijwoorden

Zegt iets over:

- Een werkwoord

- Een ander bijvoeglijk naamwoord

- Een ander bijwoord

ADVERBS: bijwoorden

Je kunt hierbij de 'hoe' vraag stellen. Zegt iets over:

- Een werkwoord: My brother drives carefully.

- Een ander bijvoeglijk naamwoord: Frank is an extremely good singer.

- Een ander bijwoord: Frank sings absolutely beautifully.

ADVERBS: bijwoorden (vorm)

Vorm van het bijwoord:

- eindigt op 'ly'

Uitzonderingen:

• Woorden die eindigen op medeklinker + y -> ily

easy -> easily

• Woorden die eindigen op 'le'-> le wordt ly

terrible -> terribly

ADVERBS: bijwoorden (vorm)

Uitzonderingen:

• Woorden die eindigen op ic -> ally

fantastic -> fantastically

• Woorden die niet veranderen -> fast / hard / long
•  Woorden die een eigen bijwoord hebben

good -> well

Bijvoeglijk naamwoord: He is a good singer.

Bijwoord: He sings well.

Handig stappenplan:

1. Kan je de 'wat'- vraag stellen? Gebruik dan een bijvoeglijk naamwoord:    GEEN ly
2. Kan je de 'hoe' - vraag stellen?      Gebruik dan een bijwoord: + ly  

 ** Leer ook de uitzonderingen! Niet elk bijwoord schrijf je met: ly 

Werkt de wat/hoe vraag niet? volg dan de volgende stappen. Zegt het woord wat je moet invullen iets over een werkwoord? GEEN ly 

Zegt het woord wat je moet invullen iets over een zelfstandig naamwoord? x ly 

koppelwerkwoorden 
- to be
- to look

- to appear
- to seem

Werkwoorden met  zintuigen

"What aspect of the adjectives and adverbs explanation did you find most clear and what would you like to see explained further?"

Individual Practice

• What - Do the exercises on the worksheet about adjectives and adverbs
• How - On your own and in silence
• Time - 10 minutes
• Help? - Raise your hand
• Done - Do extra practice exercises online on this grammar topic or study the theme words and sentences of chapter 3!
• https://engelsklaslokaal.nl/en/english-grammar-exercises/miscellaneous/adverb-adjective/

Exercise 1

1. sad
2. seriously
3. extremely
4. wonderful
5. happy
6. terribly
7. delicious
8. poorly
9. quickly
10. early

Exercise 1

• 11. fast
• 12. slowly
• 13. confidently
• 14. tasty
• 15. best
• 16. phenomenal
• 17. careless
• 18. upset
• 19. delighted - well

20. ironically

Adjectives and adverbs
She skates ....

1. fastly
2. fast
3. fastily
4. fasty

Adjectives and adverbs
They make ......... bread.

1. deliciously
2. delicious

Adjectives and Adverbs
Adjectives zijn:

1. zelfstandige naamwoorden
2. bijvoeglijke naamwoorden
3. bijwoorden
4. werkwoorden

Adjectives and Adverbs
Adverbs zijn:

1. zelfstandige naamwoorden
2. bijvoeglijke naamwoorden
3. bijwoorden
4. werkwoorden

Adjective or adverb?
You can__________ open this tin. (easy)

Adjective or adverb?
My mom drives__________ . (careful)

Adjective or Adverb?
"He ... accepted the offer." (happy)

Do you have any questions regarding the adjectives and adverbs?

Yes, I do

No, I don't

What is the difference between adjectives and adverbs?

Make 2 sentences with adjectives and 2 with adverbs.

End of class

Thank you for your hard work! See you tomorrow :)