Opdracht persoonsvorm tt, persoonsvorm vt, voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord
Schrijf de werkwoorden die tussen haakjes staan, in de goede vorm op.
Benoem daarna de werkwoordsvorm. Je kunt kiezen uit:
- persoonsvorm t.t.
- persoonsvorm v.t.
- voltooid deelwoord
- onvolooid deelwoord