3.d vertelperspectief

3.d vertelperspectief
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

3.d vertelperspectief

Slide 1 - Slide

Programma


-Huiswerk nakijken + controleren


10 min
-Herhalen vorige les
10 min
-Vertelperspectief
10 min
-Klassikaal oefenen

-Zelfstandig oefenen

10 min

30 min

Slide 2 - Slide

Leerdoelen havo
Wat behandelen we vandaag?

  • Je kent drie vertelperspectieven en weet dat die bepalend zijn voor hoe de lezer het verhaal ervaart. 
  • Je kan je via een ik-verteller verplaatsen in een personage. 
  • Je kan het effect van een vertelperspectief op de lezer verklaren. 
  • Je kan een kort verhaal vertellen met een ik-verteller of personale verteller. 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen vwo
Wat behandelen we vandaag?

  • Je kent drie vertelperspectieven en weet dat die bepalend zijn voor hoe de lezer het verhaal ervaart. 
  • Je kan je via een ik-verteller verplaatsen in verschillende personages. 
  • Je kan personages karakteriseren en hun gedrag verklaren.
  • Je kan vanuit het perspectief van een verhaalpersonage een standpunt overtuigend brengen. 

Slide 4 - Slide

Huiswerk controleren + nakijken
Open je schrift. 
Ga naar Google Classroom. 
In de map "Nederlands h3u" vind je een kopje met "Antwoorden". 
Daarin staan de antwoorden van 3c.
Kijk je gemaakte opdrachten na.  

Slide 5 - Slide

Waar houden we rekening mee bij het maken van een video?

Slide 6 - Open question

Wat valt er onder techniek bij het maken van een video?

Slide 7 - Open question

Video


Waar let je op bij het maken van een leuke video:
- Techniek --> Horizontaal filmen, telefoon stevig neerzetten, stille omgeving.
- Licht --> voorkom tegenlicht.
- Presentatie --> rechte houding, in de camera kijken, leuke achtergrond. 
- Filmscène --> aankijken-niet samen in beeld, afwisselen, perspectief, rennen, stabiel.
-Opnemen en monteren --> script, knip-en-plak werk, afwisseling. 

Slide 8 - Slide

Lees je liever vanuit een ik-perspectief of hij/zij-perspectief?
A
Ik
B
Hij/zij

Slide 9 - Quiz

Vertelperspectief
Blz 120-121
Ik-verteller --> je leest het verhaal vanuit een ik-persoon. 
Hij-zij-verteller = personale verteller --> niet merkbaar aanwezig en laat andere personages het woord doen. 
Meervoudig perspectief --> door hoeveel ogen lees je het verhaal. 
Alwetende / auctoriale verteller --> staat boven het verhaal en weet alles van alle personages. 


Slide 10 - Slide

Toepassing
Stel, je hebt twee soorten teksten over pesten: een informatieve tekst en een verhaal. 

Welke informatie zal een informatieve tekst geven over pesten? Noem voorbeelden. 
Welke informatie zal een jeugdboek in de ik-vorm geven over iemand die gepest wordt?
Welke van deze twee tekstsoorten zul jij waarschijnlijk beter onthouden? Licht toe. 

Slide 11 - Slide

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
HAVO: hoofstuk 3 paragraaf D vertelperspectief, opdracht 6-15.
VWO: hoofstuk 3 paragraaf D vertelperspectief, opdracht 11-21. 
Hoe?
HAVO: oefenboek blz 55-59.
VWO: oefenboek blz 62-65.
Handboek blz 120-121.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 9:45
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Zie studiewijzer volgende week.

Slide 12 - Slide

Welke leerdoelen havo beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je kent drie vertelperspectieven en weet dat die bepalend zijn voor hoe de lezer het verhaal ervaart. 
Je kan je via een ik-verteller verplaatsen in een personage. 
Je kan een kort verhaal vertellen met een ik-verteller of personale verteller. 

Je kan het effect van een vertelperspectief op de lezer verklaren. 

Slide 13 - Drag question

Welke leerdoelen vwo beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je kent drie vertelperspectieven en weet dat die bepalend zijn voor hoe de lezer het verhaal ervaart. 

Je kan je via een ik-verteller verplaatsen in verschillende personages. 


Je kan personages karakteriseren en hun gedrag verklaren.

Je kan vanuit het perspectief van een verhaalpersonage een standpunt overtuigend brengen. 

Slide 14 - Drag question